18-02-2003 00:27
Heren,
Even zonder oorbellen.
Belangenbehartiging houdt o.a. in dat je met beleidsmakers om tafel moet zien te komen. Heel gek, maar in Den Haag worden beslissingen genomen.
In Den Haag zijn ze gek om groepen met een probleem, die ook nog eens een keer een oplossing hebben. Ook logisch.Ook logisch is het dat men niet 2 keer in de week naar min of meer hetzelfde wil luisteren. Vraag 1 is dan, waarom heeft hij dat niet gezegd of dat hebben we toch al afgesproken?
Het zal je niet verbazen, dat er ook mensen zijn die tegen vissen zijn. KLan je zo verklappen, dat zij het principe van VERDEEL en HEERS tot in de perfectie beheersen. Ook weer logisch, ze krijgen er voor betaald.
Het heeft jaren geduurd voordat de nederlandse specialisten verenigingen iets van een voet aan de grond kregen. Mede door de introductie door de NVVS is dat toch gelukt.
Een van de gevolgen van de mede inspanningen van de KSN is de wet hieronder.
Nee, het is geen jaloezie, broodnijd, weet ik veel wat. Maar de oprichting van ECPO voor in elk geval Nederland, die zich dan ook met belangenbehartiging gaat bezig houden frustreert de strijd die nu gaande is. ECHO? Perfect. Maar alle mensen die in Nederland de doelstellingen van ECHO nastreven schaar je alstublieft achter de KSN. Als je dan ook nog actief iets wil doen zou men daar helemaal blij mee zijn. Wist je bijvoorbeeld dat het helpt om de jaarvergadering van de HSV te bezoeken? DAAR kan worden besloten om geen karper meer mee te nemen. DAAR wordt besloten om een beroepsvisser wel of geen zegen vergunning te geven.
Lid worden van de KSN? Dat zijn toch allemaal ballen? Misschien wel, maar hoe meer mensen zoals jij lid worden, hoe kleiner dat percentage ballen wordt toch?
Maar... zaterdagavond 22 maart een uur of 6 7, denk je er al heel anders over: "Valt toch best mee." Wedden?
Voor de ECPO initiatiefnemers:
De ideeen zijn hetzelfde. Evenals het doel. Laat de KSN aub het werk afmaken. Help en ze daar bij. De Commissie Belangenbehartiging (CBB)van de KSN is al zover. Nogmaals het is geen broodnijd of afgunst of bang zijn voor ledenverlies.
MVG
Klaas
24 december 2002/TRCJZ/2002/13067
Directie Juridische Zaken
De Staatssecretaris van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij,
Gelet op artikel 10 a, eerste en tweede
lid, en artikel 11 van het
Reglement voor de binnenvisserij
1985;
Besluit:
Artikel 1
Als zoetwatervis wordt aangewezen
vis behorende tot de vissoorten aal,
snoekbaars, baars, snoek, zeelt, brasem,
karper, ruisvoorn en blankvoorn.
Artikel 2
1. Degene die zoetwatervis aanvoert,
degene die in de uitoefening van een
beroep of bedrijf zoetwatervis
afneemt en degene die bemiddeling
verleent bij het veilen van zoetwatervis
zijn verplicht dagelijks een administratie
bij te houden van de overdracht
en de opslag van zoetwatervis.
2. Degene die bemiddeling verleent
bij het veilen van zoetwatervis is verplicht
er voor zorg te dragen dat op
of bij de op de veiling aanwezige
zoetwatervis de naam van de aanvoerder
is vermeld alsmede de herkomst
van de zoetwatervis.
Artikel 3
1. In het geval een aanvoerder van
zoetwatervis meer dan 5 kilogram
zoetwatervis onder zich houdt, moet
uit de administratie, bedoeld in artikel
2, blijken:
a. de vissoort;
b. per vissoort de hoeveelheid;
c. de plaats van opslag;
d. de datum van aanvoer van de zoetwatervis
en de datum van verkoop;
e. herkomst van de zoetwatervis;
f. de naam van de afnemer.
2. In het geval de zoetwatervis zonder
bemiddeling van een veiling of visafslag
wordt verkocht, moet uit de
administratie van de afnemer blijken:
a. de vissoort;
b. per vissoort de hoeveelheid;
c. de datum van aanvoer van de zoetwatervis
en de datum van verkoop;
d. de naam van de aanvoerder en
diens woonadres;
e. de herkomst van de zoetwatervis.
3. In het geval de zoetwatervis via de
bemiddeling van een veiling ter verkoop
wordt aangeboden, moet uit de
administratie van de veiling blijken:
a. de vissoort;
b. per vissoort de hoeveelheid;
c. de naam van de aanvoerder;
d. de naam van de afnemer;
e. de datum van de aanvoer van de
zoetwatervis en de datum van verkoop;
f. de herkomst van de zoetwatervis.
Artikel 4
Alle bewijsstukken of bescheiden
waarin de gegevens, bedoeld artikel 3,
zijn vastgelegd, dienen vanaf het tijdstip
van hun opstelling of verkrijging
tot het tijdstip waarop drie kalenderjaren
zijn verlopen, te worden
bewaard.
Artikel 5
Deze regeling is niet van toepassing
op een inrichting waarvoor een vergunning
ingevolge artikel 3, eerste lid,
onder a of c, van de Drank- en
Horecawet is vereist, of waarvan de
ondernemer inschrijfplichtig is bij het
Bedrijfschap Horeca en op de gespecialiseerde
ondernemingen die
bedrijfsmatig aan particulieren visproducten
verkopen.
Artikel 6
1. Deze regeling treedt in werking
met ingang van de tweede dag na de
dagtekening van de Staatscourant
waarin zij wordt geplaatst.
2. Deze regeling wordt aangehaald
als: Regeling eisen aan administratie
inzake zoetwatervis.
Deze regeling zal met de toelichting
in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 24 december 2002.
De Staatssecretaris van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij,
B.J. Odink.
Toelichting
Visstroperij en illegale visserij zorgen
al jarenlang voor problemen in de
binnenvisserij. Visstroperij leidt
onder meer tot verstoring van het visstandbeheer
en de beperking van de
visserijmogelijkheden en raakt derhalve
zowel beroepsvissers als sportvissers.
Deskundigen van de Algemene
Inspectiedienst en het Korps
Landelijke Politie Diensten schatten
het aantal personen dat zich met visstroperij
en illegale visserij bezighoudt
op enkele duizenden. Enkele honderden
daarvan zetten de illegaal verkregen
zoetwatervis af in de reguliere
handel. De economische schade die
deze groep, zowel direct als indirect,
weet aan te richten wordt geraamd
op enkele miljoenen euro op jaarbasis.
De ecologische schade is minder
goed in euro uit te drukken. In het
Plan van aanpak voor de bestrijding
van de illegale visserij (Ministerie van
Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
30 oktober 2000, VISS.007582) is een
samenhangend pakket van maatregelen
tegen de visstroperij aangekondigd.
De invoering van een administratieregeling
is daarvan een
belangrijk onderdeel. Mijn ambtsvoorganger
heeft reeds aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
toegezegd om te komen met een regeling
(Kamerstukken II, 2000/2001,
27 00 XIV, nr. 97). De onderhavige
regeling strekt hiertoe.
Op grond van deze regeling wordt
een administratieverplichting in het
leven geroepen. Uit de administratie
van de aanvoerders van zoetwatervis,
de visafslagen en de kopers van zoetwatervis
moet blijken welke zoetwatervissoort
is aangevoerd, wat de
datum van aanvoer is geweest, hoeveel
zoetwatervis is aangevoerd, wat
de herkomst is van de zoetwatervis en
voor wie de zoetwatervis bestemd is.
Deze verplichting geldt derhalve niet
alleen voor degene die de vis daadwerkelijk
heeft aangevoerd, maar
voor een ieder die vis op de veiling
brengt of aldaar voor handen heeft.
Het begrip ‘overdracht’ uit artikel 2,
Uit: Staatscourant 7 januari 2003, nr.4 / pag. 7 1
LNV
Regeling eisen aan administratie inzake zoetwatervis
eerste lid, doelt op de handel, dus de
aan– en verkoop van zoetwatervis.
Om te voorkomen dat ook de
sportvisser door deze regeling een
administratieplicht opgelegd krijgt,
geldt de verplichting slechts voor de
sportvisser die meer dan 5 kg aan vis
voor handen heeft. De Nederlandse
Vereniging van Sportvissersfederaties
draagt in zijn beleid uit dat sportvissers
slechts in zeer beperkte mate
gevangen vis mogen mee nemen,
waarbij de aanbevolen aantallen in
ieder geval zodanig zijn dat de eerdergenoemde
5 kg niet wordt overschreden.
Veel hengelsportorganisaties
hanteren dit uitgangspunt in de door
hun uitgegeven vergunningen.
Deze regeling sluit van de administratieplicht
de detailhandel en de
horeca uit. De rol van de detailhandel
en de horeca in de illegale keten is te
beperkt om een administratieverplichting
te rechtvaardigen. Ik vind het
daarnaast wel van groot belang dat
de visdetailhandel en de horeca
komen tot het sluiten van een convenant
met afspraken om slechts zoetwatervis
af te nemen van beroepsbinnenvissers.
Ik zal partijen daarom
oproepen om te komen tot een convenant.
Voorts zal ik nauwlettend de
ontwikkeling van de afzet binnen de
keten monitoren om na te gaan of
door deze regeling de afzetpatronen
wijzigen. Indien nodig zal ik de regeling
aanpassen.
Door aansluiting te zoeken bij
reeds bestaande fiscale administratieve
verplichtingen kunnen betrokkenen
zonder extra inspanningen te doen
aan deze regeling voldoen. De regeling
stelt geen eisen aan de vorm van
de administratie.
Deze regeling heeft gevolgen voor
vissers, visafslagen, de visgroothandel,
visverwerkende bedrijven en commissionairs.
Nederland kent 16 visafslagen,
30 bedrijven in de tussenhandel
en circa 350 visverwerkende bedrijven
die zich met de verwerking van zoetwatervis
bezig houden. Op de
Nederlandse binnenwateren zijn 150
beroepsbinnenvissers actief.
Daarnaast zijn er op het IJsselmeer
88 vissers beroepsmatig met de uitoefening
van de visserij bezig. Het aantal
sportvissers dat regelmatig meer
dan vijf kilo vis voorhanden heeft
zonder het oogmerk om deze terug te
zetten wordt door de Nederlandse
Vereniging van Sportvissersfederaties
geraamd op 1000 tot 1500,dat is 0,1%
van alle sportvissers.
De Algemene Inspectiedienst zal
periodiek controleren bij vissers, visafslagen,
de visgroothandel, visverwerkende
bedrijven en commissionairs
op de naleving van deze
regeling. Het voornemen is om jaarlijks
10% van de doelgroep te gaan
controleren.
Ik zal de regeling na een periode
van drie jaar evalueren. Met deze
evaluatie wil ik meer inzicht krijgen
in de werking van deze regeling in de
praktijk. Indien noodzakelijk kan dit
leiden tot het aanpassen van de regeling.
De Staatssecretaris van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij,
B.J. Odink.
Uit: Staatscourant 7 januari 2003, nr.4 / pag. 7 2