Het zou toch zomaar kunnen Aart,
De rivierprik (Lampetra fluviatilis) paait boven grof zand- en grindbeddingen in de middenlopen van rivieren en grote beken. Over paaigebieden in Nederland is weinig met zekerheid bekend. Recent zijn vrij kleine larven gevonden bij Nijmegen. Dergelijke vangsten zijn ook gedaan in de jaren dertig in de Bergse Maas. Een kuitrijp exemplaar in de Dommel (in 1945) zou ook kunnen wijzen op paaigebieden in Noord-Brabantse riviertjes en beken.
De rivierprik leeft ongeveer vier jaar als larve in de bodem van stromende wateren, trekt dan als volgroeide prik naar zee, leeft daar twee tot drie jaar als bloedzuigende parasiet op vis en trekt dan als geslachtsrijp dier het zoete water binnen.
De rivierprik was voor 1945 zeer algemeen in de benedenrivieren. In de jaren zestig en zeventig is de rivierprik nog steeds aanwezig in de grote rivieren. Vangstcijfers laten zien dat gedurende de referentieperiode het gemiddelde aantal met een factor tien tot honderd is afgenomen. Uit monitoringsonderzoek van het RIVO blijkt dat er tussen 1986 en 1996 een opmerkelijke toename plaats vindt in de benedenrivieren en het IJsselmeer. In het bovenstroomse gebied, (de Waal, Zuid-Limburgse Maas), is de stijging minder duidelijk. Het aantal uurhokken waarin rivierprikken zijn gevangen (121) is waarschijnlijk niet afgenomen.
 
  
Aart, 
verder ben ik benieuwd of de rivierprik larven ook parasiteren op karpersen andere zoetwatervissen.
Op een regenriviertje tussen Gendringen en Gaanderen vang ik wel eens vissen met larven van 3-4 cm op en rond de keel en kieuwen..Of dit rivierprikken betreft is mij tot nu onduidelijk.
 
            
			
									
									Groet'n Henk..
still growing Old.