Ha Jeroen
Met de Moezel heb ik geen ervaring....wel met de sterk lijkende Seine en iets minder lijkende Yonne, en ik durf mijn vriendin erom te verwedden dat het op de Moezel niet anders is. Op een flink aantal punten denk ik er anders over dan Paul, dus dat betekend dat je iets hebt om over te prakiseren.
Loodgewicht, en daarbij neem ik meteen je item toplood. Liever vis ik niet met al te zwaar lood, en ik heb in ale gevallen (ook wanneer het wat meer tekeer ging) aan 160 gram op de verste hengel voldoende gehad. Wel moet ik er dan bij zeggen dat hier een toplood van 40 gram bij komt, wanneer het lekker stroomt, maar ook als er van die grote bossen wier af komen.
Voorvoeren. Op langgerekte wateren wil het niet lukken de vis op de stek te houden, zegt men. Dat geldt voor sommige wateren, maar zeer zeker niet op de Franse rivieren waar ik heb gevist. Ze blijven ook niet 24 uur per dag op de stek, maar komen echt wel terug de volgende nacht omdat er (flink) wat te halen viel. Rivierkarpers trekken, maar ik ben er van overtuigd dat dit in de meeste gevallen geen kilometers per dag zijn. Ze lijken vaak een tijdje in een bepaalde area rond te hangen (en waarom ook niet...als er wat -in veel opzichten- te halen valt?) Het bewijs voor mij dat die karpers in de buurt blijven en terugkomen op je voer zijn ten eerste de ondergescheten onthaakmatten (MOET van de vorige dag(en) zijn, en zeker niet van het voer waarop de vangst heeft plaatsgevonden) en het zien van springende karpers exact in het gebied waar het voer heeft gelegen, en geen "meter" ernaast. Dat springen en rollen kwam je dus ook vaak al bij aanvang van de nacht op een voerstek tegen, zonder dat er diezelfde avond al een boilie in is gemept. Ik voer bijna altijd voor (behalve de eerste aankomstnacht -noodgedwongen-). De voerstekken zijn tussen de 1 en 4 voerdagen, en deze worden nacht voor nacht afgevist en onderhouden. De reden waarom er word voorgevoerd is vrij simpel. Ten eerste zijn groepen karpers er als de kippen bij als er ergens iets te vreten valt, en deze zijn er dus min of meer op te conditioneren dat ze op die plek moeten zijn. Ten tweede word er op de Franse rivieren al tientallen jaren stevig gevist...-dit is iets wat je niet moet uitvlakken, en onder de tafel moet schuiven onder het mom van "Dressuur? op de rivier? hihihih"... Kortom, ook Franse rivierkarpers weten hoe het is om op de mat te liggen, al kun je dit niet vergelijken met sommige putten. In de meeste Franse rivierkarpervangstgevallen(???) is het dus zo geweest dat ze meteen na aankomst op een voerplek met een vangst, of de vangst van een groepsgenoot geconfronteerd worden, zonder dat ze eerst eens lekker onbeschoft hebben kunnen schranzen. Je vangt één of enkele karpers uit een groep, en dan is het weer afwachten op de volgende dwazen uit een nieuwe groep. Op een goed voorgevoerde stek hebben we in goede nachten pakweg tien karpers uit één (!*) groep kunnen vangen! En de volgende nacht? Gewoon naar de volgende voerstek...
* (Je merkt het aan heel veel signalen dat je met één dezelfde groep karpers te maken hebt, aan het continue rollen tijdens vangsten, het type karper...want ze zwemmen allemaal samen die look-a-likes, en de frequentie van de aanbeten)
De hoeveelheid per dag per stek hangt geheel af aan vanalles. Aanknopingspunten die je gedurende je verblijf in de omgeving krijgt, en dat kan werkelijk alles zijn dus. Als ik in de eerste nacht aan kom, en ik heb geen enkel houvast, dan is het nog afhankelijk van de stek waar ik sta te voeren (want ik ken ze een beetje, die stekken) maar dan is het gemiddeld pakweg 3 a 4 kilo boilies per stek. Alleen boilies dus, iedere particle zou ik thuislaten, ieder particletype om verschillende redenen (als je die wil weten, moet je dat maar laten weten)
Over boilies gesproken, de beste ervaringen heb ik -een beetje in tegstelling tot Paul- met vismeel-achtige types, maar dan wél die boilies die abnormaal lang, hard en veel uitlekken. (heeft veel met de stroming te maken)
Voeren: Als we het over zo'n voorgevoerde stek hebben, redelijk voorzichtig beginnen, en de loop van de uren afwachten en daarop afstemmen. Met redelijk voorzichtig bedoel ik geen singles, maar laten we zeggen 2 kilo over de hele stek, in plaats van bijvoorbeeld de 4 of 5 kilo van de vorige dagen. Je komt er snel genoeg achter of er karpers zijn geweest, en weer terug komen.
Haak en rigtype. Daar heb ik weinig over te vertellen. Ik hou het zo simpel mogelijk, omdat ik altijd insmijt, en niet uitvaar. "Niet in de knoop gooien" vind ik de belangrijkste eigenschap in dit geval. Wat de haak betreft, zoals Frank Amerongen kan beaamen, liever een naar binnen gebogen puntje in plaats van een rechte punt, omdat je deze vrij gemakkelijk beschadigd op de steentjes die overal liggen. Het verschil merk je dus echt heel duidelijk tussen die twee haaktypes!
Wat de grootte betreft...daar een Franse rivierkarper ook maar gewoon een karper is, begrijp ik niet waarom sommige mensen juist in dat geval met meervalhaken (maten 1 en 2) aan de slag moeten. Maargoed, het is ook maar net wat je gewend bent misschien? ...Ik heb nog nooit problemen gehad met de maten 6 en 8 van verschillende haaktypes in elk geval.
De meeste aanbeten komen s'nachts, en daar haast ik me aan toe te voegen dat zoiets op de Moezel wel een ander verhaal -zou kunnen- zijn, maar ik vermoed van niet...Heren Moezelvissers? Mijn ervaring is dat je overdag nog geen kopvoorn of barbeel hoeft te verwachten, terwijl het dan diezelfde nacht een gekkenhuis is geweest. Het begint steevast zo'n beetje na de laatste boot, als het schemerig begint te worden, en stopt net VOOR de ochtendschemer, enkele uitzonderingen (met name op de Yonne, veel minder op de Seine) daargelaten.
Type stek, daar kan ik kort over zijn (word tijd). Als vuistregel: In het voorjaar meer tegen de kant op, en in het najaar in de vaargeul, waar dan ook echt zo'n beetje alle runs vandaan komen, in tegenstelling tot het voorjaar, waar je ze meestal voor de kant krijgt, terwijl het toch niet abnormaal is dat je er een bepaalde nacht tussen hebt zitten waarin ze uit de vaargeul komen. Een uitzondering in het najaar zijn de stekken waar je klem voor de kant al meteen een meter of twee, drie water hebt. Vermijd platgeviste stekken, ik heb nog nooit zo'n sterk staaltje "stekdressuur" meegemaakt als op een bepaalde stek aan de Seine. (jaja, op een rivier dus). Er zijn van die bochten waar je nét voorbij die bocht, ergens tussen de kant en de vaargeul een strook "aangespoeld" grind en schelpen hebt liggen. Ik ken er twee, en dat zijn beiden bonus-plekken.
Negen van de tien keer zijn de voerstekken zo opgezet dat er in de area voor het gat waaruit je vist zo'n beetje overal voer ligt, vanaf de kanten tot de vaargeul. En de hengels gaan natuurlijk ook verspreid over de breedterichting van de rivier.
Nog even op die mosselbanken...wat Frank hierover zegt ergens hierboven kan ik alleen maar beaamen. Hoe bijzonder zijn mosselen op een rivier?
Scheepvaart hinderlijk? Ja en nee. Ja...omdat wat mij betreft de scheepvaart één van de redenen is waarom je overdag bijna niets hoeft te verwachten. En nee, overdag vis ik amper meer...omdat je tijdens die quasi visloze dagen veel betere dingen te doen hebt: Boodschappen doen, terrasje pakken, Fransuh wijvuh kijkuh, maar vooral rondrijden op zoek naar water, stekken en karper, en tegen het eind van de middag de andere stekken voorzien van voer. Als je eenmaal een ritme te pakken hebt, dan vul je met gemak de hele dag...en bovendien met je tijdens dat dagvullen ook nog eens bezig de nachten productiever te maken. Veel productiever dus dan 24/7 op een stek blijven hangen!
m.v.g. ChrisN