15-12-2004 23:13
Hallo Lex
Dressuur moet je niet zien als iets wat er wél is, of niet is. "Dressuur" is eigenlijk een al te makkelijk woord welk wij karpervissers in het leven hebben geroepen. Dressuur heeft ook een bepaalde grens. Die grens ligt nimmer hoger dan het gevolg van bepaalde aanknopingspunten welke de karper krijgt. Wanneer er op je water gevist en gevangen word, dan heb je ALTIJD "dresuur" of beter gezegd, conditionering op een aantal punten. Zelfs op weinig beviste wateren, of rivieren is zoiets merkbaar, wanneer je -iets- weet te doorgronden en doorbreken. "Dressuur" is iets wat is ontstaan door steeds weer dezelfde "alarmbellen"...denk hierbij aan gebruikte aassoorten, beviste stekken, strakke lijnen, en aaspresentatie. Wanneer deze alarmbel is gaan rinkelen krijg je ALTIJD te maken met wat wij "rigsdressuur" noemen. Met andere woorden, wanneer een karper scherp gaat azen, omdat hij/zij een herkenbare situatie tegenkomt (bepaalde stek bijvoorbeeld) zal het dier veel vlotter "merken" dat er iets niet in orde is met die ene boilie. (Rigdressuur dus). Enerzijds kun je proberen te zorgen dat de alarmbellen niet zo heftig gaan rinkelen (voorvoeren, andere stekken, alternatief aas) anderzijds kun je met rigaanpassingen aan de slag gaan. Combinatie kan ook...mits goed gecombineerd en doordacht. Zomaar op een andere stek gaan vissen, met zomaar -een- "anti-dressuur-rig" eraan, heeft niets te maken met het doorbreken van de barriere. In beide gevallen is het erg belangrijk om patronen te gaan ontdekken, achterhalen dus waar karpers eventueel negatief op geconditioneerd kunnen zijn geraakt op je water. Plat geviste stekken zijn een simpel voorbeeld van zo'n patroon, in de praktijk ligt het hele verhaal echter iets gecompiceerder; Er is een in eerste instantie ondoorgrondbare mix ontstaan van tientallen zowel negatieve alsook positieve(!) patronen (herkenningspunten), waar vaak echter wél enkele hoofdregels uit te halen zijn (toch weer die stekken bijvoorbeeld!).
De allerbelangrijkste herkenningspunten waar we (en de karpers) tegenop lopen zijn wat mij betreft:
-Stekken
-Voer (opm.: Geldt in mindere mate ook voor enkele andere herkenningspunten)...het soort voer kan ook positief gaan werken, indien karpers dit type relatief gezien een stuk meer meer vertrouwen kunnen vreten dan dat ze erop gevangen worden. Of: Voor iedere vangst op een bananenboilie heeft een karper gemiddeld -laten we zeggen- OOK een kwart kilo veilig kunnen vreten.
-Strakke lijnen
-Dag/nacht (opm.: Wanneer er op je water enkelt overdag word gevist, KAN het snachts weleens 8x zo goed gaan, of andersom. Ik heb zelf een aantal keer meegemaakt dat dit met grenzende zekerheid te maken heeft gehad met "dressuur".
-Manier van voeren (veel/weinig/verspreid/compact/enz)
-Nerveuze of vluchtende soortgenoten. (een belangrijke...al in een vrij vroeg stadium gaat het van meerdere vangsten in een uur (groepje) naar slechts 1 vangst in dat uur. (ook uit een groepje, maar de rest is op hol geslagen in het ergste geval, of azen superscherp door) Duidelijk merkbaar op een water waar ik de voorbije twee jaar heb gevist. Een typisch "groepjeswater" ...maar steeds 1 vis uit zo'n groepje, tenzij je "iets" doet.
-Uit alles voortvloeiend: Rigdressuur
Wat ik zojuist al wilde zeggen en een beetje antwoord gevend op je vraag: Het is nimmer zo dat je op jouw water alleen bijvoorbeeld stekdressuur hebt, maar het is altijd een mix. Op de ene stek vreten ze die herkenbare gele boilies gemakkelijker dan op de andere.
Maarten, Fantaaaaastische foto van een geweldige snoek overigens! Heeft gewoon iets...hoog "visser-met-vis-gehalte".
m.v.g. ChrisN