@ Jeroen,
Hier is een voorschotje op november. Ik doe het nu maar vast, voor het geval ik tot april geen vis meer vang...
---------------------------------------------------
Het wordt een lange dag: in principe vissen we van schemering tot schemering. Tijd dus om meerdere stekken te bevissen. De bepakking is zwaar. Harm heeft gisteravond nog even snel een soort viskarretje in elkaar getimmerd. Er hapert nog van alles, maar Harm kennende is dat de volgende keer verholpen en zit er ook nog een SpartaMet-motortje in. En hij hoeft ook nu al niet te sjouwen….
Eerst maar eens wat pieperhengels erin om wakker te worden.
Al snel gooien we wat korsten bij de brug om te kijken of er al reactie komt. Dat korsten is vorige week erg goed bevallen. Een probleem is dat de wind vandaag de andere kant op staat. De korsten worden weggeblazen van het bruggetje in plaats van er naar toe. Aan de andere kant van de brug mogen we niet vissen. Er zit dus straks maar één ding op: regelmatig opnieuw inwerpen (= vaak brood verversen).
Al snel heb ik een vage run op de afstandshengel. Ik sla aan (mis) in de overtuiging dat er nog tientallen gelegenheden komen, vandaag. Uiteindelijk – ik sta al weer te korsten – is de eerste vis voor Harm. Op een boilie. Om kwart over negen vangt hij een Beauty Queen: een volschubspiegel van 12 pond bij 69 centimeter.
Beauty Queen
Als je nog maar kort gericht op karper vist, verbeter je om de haverklap je ‘persoonlijk record’. Dat geldt voor mij, maar natuurlijk ook voor Harm die om tien uur zijn negende vis in een maand haakt: een mooie spiegel van 18 pondjes. Relatief slank, want bij 79 centimeter zou je meer gewicht verwachten. Op een drijvende hondenbrok.
18 pond schoon(heid) aan de haak
Ik kan en wil niet achterblijven. Na veel gerommel verzucht ik: ‘Ik ga net zo lang door tot ik ‘m heb.’ Dergelijke motivatie wordt vaak snel beloond. Net als ik het brood eruit wil halen om weer in de buurt van de brug in te werpen, zie ik leven een paar meter ‘stroomafwaarts’. Ik wacht. Mijn korst wordt van de oppervlakte geslurpt door een zeer schaars beschubde spiegelkarper.
De dril is langdurig. Als de vis in de buurt van de landingsplaats is, blijft hij nog minuten lang rondjes draaien onder de top voor het sein ‘landen’ gegeven kan worden. Bijna een ‘leder’. Na weging en meting: 69 centimeter bij 15 pond. Geen projectspiegel, dus het is niet erg dat de 'verkeerde kant' op de foto staat.
Bijna Leder
Later maken we iets bijzonders mee. Ik ben aan het korsten en er verschijnt een grote, open karperbek aan de oppervlakte. Zeven, acht seconden ligt hij daar roerloos met de korst half in de open bek. Dan hapt hij de verkeerde helft van de korst af. Niet meer terug gezien.
Tegen enen verkassen we naar de vijver. Schuin op de wind zoeken we onze stekken. Ik op het wijd, Harm wat meer de zijarm in die naar de stek bij de brug leidt. Om kwart voor twee mag ik aanslaan.
Een schubkarper van dertien pond. Verder heeft vooral Harm veel lijnzwemmers en witvisjeuk. Om kwart over drie, als we al inpakken om terug te gaan naar de brug, sla ik mis op de hengel met de freezers (vismeel/robin red). Terug in de sloot bij de brug vang ik al snel een schub van vijftien pond op diezelfde boilie.
Bij het opnieuw inwerpen verspeel ik mijn tuig op een overhangende struik aan de overkant. De andere hengel ligt klaar in het foudraal en de tweede worp is O.K. Dan wordt het stil. Om vijf uur verspeelt Harm nog een oppervlaktekarper. Daarbij buigt de haak flink uit. Voor donker krijg ik nog een halve run op de boilie.
In het pikdonker sjouwen we terug naar de auto. Ik hou het hoofdlampje aan om onze weg gemakkelijker te vinden. Op een pad worden we ingehaald door een eenzaam joggende jonge vrouw. Respect voor het feit dat ze dat doet in het donker, een kleine kilometer van de dichtstbijzijnde lantaarnpaal. Ik mompel iets van ‘hallo’ als onhandige geruststelling voor onze aanwezigheid. “Handig lampje heb je”, roept ze in het voorbijgaan.
Als je dit leest: die dingen kosten 3 euro bij Raven.