Ongeveer een maand geleden hebben de karpers op mijn thuiswater anderhalve dag paaigedrag vertoond. Maar lang niet alle karpers, voor zover ik ze uberhaupt kan tellen.
Afgelopen zondag ving een vismaat een brasem met pukkels.
Zaterdag bereikt het water hier waarschijnlijk weer de 18 C.
Wat denken jullie? Komt er een tweede etappe?
Groet, Bert.
Tweede paai?
-
- Berichten: 2162
- Lid geworden op: 21-04-2003 02:00
- Locatie: Hengelo
ja.. zoals je zelf al zegt. niet alles is afgepaaid. dus ik denk dat er nog wel wat actie komt. al moet ik zeggen dat ze afgelopen weekend ook al actief waren.
- jeroen stuut
- Berichten: 420
- Lid geworden op: 30-10-2003 01:00
- Locatie: garrelsweer
- Contacteer:
hier op het kanaal waren ze nog niet begonnen ik hoop dat ze nu helemaal los kunnen gaan,
- Bert Vooijs
- Berichten: 1871
- Lid geworden op: 22-12-2005 23:41
- Locatie: Amsterdam
't Is hier inderdaad weer begonnen.
Een paar dagen eerder dan ik verwacht had...
Mooi hè?
Een paar dagen eerder dan ik verwacht had...
Mooi hè?
ff v==
-
- Berichten: 1318
- Lid geworden op: 29-04-2006 19:51
- Locatie: Voorhout
op mijn watertje hebben ze ook nog niet gepaaid zaterdag vissen kijke of ze bijten
- Maarten Eldering
- Berichten: 132
- Lid geworden op: 02-08-2003 02:00
Ik vroeg me ook al af of er een tweede paai komt, aangezien ik hier ook nog niet veel karpers heb zien paaien.
Ik vraag me ook hoe de vangsten de komende week zullen zijn aangezien de temperatuur ook richting de 25-30 graden gaat.
Ik vraag me ook hoe de vangsten de komende week zullen zijn aangezien de temperatuur ook richting de 25-30 graden gaat.
Enjoy..............just being there
Als gekken zwemmen ze hier nu achter elkaar aan nog geen geplons en gespetter maar dat laat niet meer lang op zich wachten de meeste vissen zijn op de paaiplek aangekomen.
- Bert Vooijs
- Berichten: 1871
- Lid geworden op: 22-12-2005 23:41
- Locatie: Amsterdam
Uit mijn logboek (vandaag):
Vanmiddag rond half vier ga ik op pad voor een observatierondje. Eerst naar de zuidkant van de duiker, de plas waar ik meestal vis. Er is weinig reuring. Ik zie ook geen karper onder overhangende struiken en bomen hangen. Geen tekenen van paai. Misschien is het hier al over. Morgenochtend maar weer eens even proberen…
Ik steek het fietspad over en posteer me schrijlings op de noordkant van de duiker. Hier gebeurt van alles. Verderop, meestal tegen de beschoeiing in de lengterichting, breekt aan weerszijden bijna iedere minuut het oppervlak. Hoog komen de spetters, fel slaan de staarten, bronsachtig glimmen de flanken van de vissen. Een kakofonie van nieuw leven.
Onder mijn voeten ontwaar ik een bizar schouwspel. Tientallen grote brasems liggen te suffen, vlak onder het wateroppervlak. Ik denk eerst aan zuurstoftekort: wat zoekt een brasem in hemelsnaam zo hoog in het water? Dan zie ik dat onder deze vissen nog een laag soortgenoten beweegt. Daaronder waarschijnlijk nóg één. Als ik de polariserende bril op zet, merk ik dat er meer dan honderd brasems in de vuilhoek dobberen en rondzwemmen. Tussendoor schuimen scholen kleine ruisvoorns de oppervlakte af naar voedsel. Meer vis dan water… Af en toe zie ik een klein, verdwaald karpertje. Nog niet geslachtsrijp misschien? Of al eerder afgepaaid?
Hoe ik dit moet duiden, weet ik niet. De theorie van het zuurstoftekort verwerp ik voorlopig. Maken de brasems zich dan klaar voor hun eigen tweede paai, of liggen ze daar van bij te komen?
De meest plausibele verklaring lijkt me – op dit moment – dat de andere vissen de volwassen karper ontlopen op een dag als deze. Het is voor een kleinere vis ook geen pretje om gemangeld te worden tussen een kluwen paaiende twintigponders. In de verte ligt een nest meerkoeten dat daar over mee kan praten.
Ik ga naar huis, trek een biertje open en duik onder de parasol in de tuin. Hoog in de hemel draait een buizerd devoot zijn bidrondjes. Ook de zwaluwen hebben de hogere luchtlagen weer gevonden. Het leven is zo gek nog niet.
Bert.
Vanmiddag rond half vier ga ik op pad voor een observatierondje. Eerst naar de zuidkant van de duiker, de plas waar ik meestal vis. Er is weinig reuring. Ik zie ook geen karper onder overhangende struiken en bomen hangen. Geen tekenen van paai. Misschien is het hier al over. Morgenochtend maar weer eens even proberen…
Ik steek het fietspad over en posteer me schrijlings op de noordkant van de duiker. Hier gebeurt van alles. Verderop, meestal tegen de beschoeiing in de lengterichting, breekt aan weerszijden bijna iedere minuut het oppervlak. Hoog komen de spetters, fel slaan de staarten, bronsachtig glimmen de flanken van de vissen. Een kakofonie van nieuw leven.
Onder mijn voeten ontwaar ik een bizar schouwspel. Tientallen grote brasems liggen te suffen, vlak onder het wateroppervlak. Ik denk eerst aan zuurstoftekort: wat zoekt een brasem in hemelsnaam zo hoog in het water? Dan zie ik dat onder deze vissen nog een laag soortgenoten beweegt. Daaronder waarschijnlijk nóg één. Als ik de polariserende bril op zet, merk ik dat er meer dan honderd brasems in de vuilhoek dobberen en rondzwemmen. Tussendoor schuimen scholen kleine ruisvoorns de oppervlakte af naar voedsel. Meer vis dan water… Af en toe zie ik een klein, verdwaald karpertje. Nog niet geslachtsrijp misschien? Of al eerder afgepaaid?
Hoe ik dit moet duiden, weet ik niet. De theorie van het zuurstoftekort verwerp ik voorlopig. Maken de brasems zich dan klaar voor hun eigen tweede paai, of liggen ze daar van bij te komen?
De meest plausibele verklaring lijkt me – op dit moment – dat de andere vissen de volwassen karper ontlopen op een dag als deze. Het is voor een kleinere vis ook geen pretje om gemangeld te worden tussen een kluwen paaiende twintigponders. In de verte ligt een nest meerkoeten dat daar over mee kan praten.
Ik ga naar huis, trek een biertje open en duik onder de parasol in de tuin. Hoog in de hemel draait een buizerd devoot zijn bidrondjes. Ook de zwaluwen hebben de hogere luchtlagen weer gevonden. Het leven is zo gek nog niet.
Bert.
ff v==