17-01-2006 20:15
RIVIER, MIJN AANPAK
RIviervisserij = mix van: avontuur, jagersinstinct en doorzettingsvermogen.
Als je over “jagersinstinct” beschikt dan ben je al vast in het voordeel ten opzichte van eventuele concurrent!
VOEREN
In mijn beginjaren heb ik weinig voorgevoerd, soms een dag van tevoren, meestal met gekookte maïs en wat boilies doorheen. Die aanpak heeft mij niet het gewenste resultaat opgeleverd. Veel visuren, geen karper…
Toen besloot ik op zeer grote wateroppervlakte te gaan voeren met een nieuwe boilie. Ik voerde 4 weken lang, 3 dagen per week tussen 5-8 kilo boilies per keer.
Mijn eerste visdag was meteen een groot succes. Tussen 3-6 runs per nacht waren geen uitzondering. Ik bleef voeren en de watertemperatuur meten. De hoeveelheden voer gingen omlaag, regelmaat in het voeren bleef. Drie keer per week voeren en in het weekend een nacht vissen. Blanken was verleden tijd, wel krijg ik met het verloop van de tijd steeds minder runs, nog 1-2 per nacht.
Ik ving karpers tot eind november, zelfs bij extreem hoge waterstand. De waterstand is bij riviervisserij een zeer belangrijke factor. Persoonlijk ga ik noot vissen bij stijgend water, ervaring heeft mij dat geleerd. Hoogwater is in principe geen probleem, mits het hoogste punt is bereikt en het water opnieuw begint te dalen. Alles wat snel omhoog gaat, daalt net zo snel weer naar beneden, die dagen dat het water daalt zijn in meeste gevallen zeer productief. De waterstanden volg ik via teletekst, pagina 720…
Tevens voer ik de vissen pas, als ik een teken van leven kan waarnemen. Het heeft weinig zin te gaan voeren als de vis niet in de omgeving is waar ik op dat moment aan het werk ben. Als ik een beet of run krijg dan voer ik verspreid een aantal boilies, niet te veel, 10-20 boilies per hengel.
Als ik een sessie van meerdere dagen aan het plannen ben of als de hele zaak dood is dan voer ik de nacht daarvoor of tijdens het vissen een mix van gekookte gerst-tarwe-maïskorrels. Dat brengt mij vaak veel andere vissen op mijn voerplek, denk aan windes en brasems, maar zeker ook karper.
Als ik bij de windes ben, het volgende: ik vang ze liever niet, de diameter van een boilie helpt in het meeste gevallen niet, wel afstand op je hair, hoe groter de afstand tussen de bovenkant boilie en de onderkant van de haak des te minder bijvangsten.
Ik persoonlijk merk wel het verschil tussen voorvoeren en niet voorvoeren. Ik ben overtuigd dat een deel van de vissen ook op een rivier terugkeert daar waar ze lekker hebben gegeten!
Zelfs op een rivier vang je sommige karpers meerdere keren, tot op heden ken ik twee vissen die door mijzelf of de concurrentie waren gevangen, die vooraf bekend waren.
Bertil: jij gaat ook terug naar een restaurant waar je lekker hebt gegeten, of niet soms?
Verder maak ik boilies van een grote diameter, 25mm en groter. Hetzelfde geldt voor de cilinders, die maak ik extra lang zodat ik ze aan beide kanten kan afsnijden ter bevordering van het lekverhaal.
Indien de situatie het toelaat voer ik uitsluitend met verse boilies.
TUSSEN DE KRIBBEN
Als je tussen de kribben aan het werk gaat en vooraf niet voert kan je het volgende doen: je neemt een oude aardappelenzak mee. Die maak je vol met bijvoorbeeld: oud brood, je boiliemix in deegvorm, gerst en tarwekorrels, maïs, boilies door midden gesneden enz. Aan het einde van de zak plaats je een steen of lood. Aan de andere kant van de zak knoop je een touw. Dit alles dump je in het water aan de rechter zijde van de krib. Als je tussen de twee kribben staat met je gezicht naar het water toe dan is de krib aan je linker kant, daarvandaan komt de stroming jouw kant op. Dus, de krib waarop de stroming staat. De stroming werkt nu in je voordeel. De korrels van je voer worden door het water verspreidt, er ontstaat een soort voerspoor. Jouw eerste hengel deponeer je in de buurt van de zak met voer. Op deze manier zal je aandacht trekken van windes en brasems, maar ook van je vrienden: de karpers. Na verloop van tijd kan je als de zak leeg is deze opnieuw voorzien van vers voer.
BRASEM – WINDE
Hierbij doen zich een aantal scenario’s voor:
1. Je vangt ze niet, wel de karpers. De karper is in de omgeving en eist het voer voor zichzelf, of zo iets. Er volgen een aantal runs, zelden vang ik op die soort dagen iets anders dan karpers.
2. Windes zijn actief, de waker gaat al te vaak omhoog en dan weer naar beneden, soms volgt een korte run, hangen of missen. Uit ervaring weet ik dat geen karper op mijn voerplek is. Dat alles duurt tot een uur of 11 in de avond, daarna volgt de stilte en bijna altijd een blank.
3. Als de brasems actief zijn dan maken de windes zo goed als geen kans om een boilie te pakken. Brasems die ik vang zijn vaak van een groot kaliber, tussen de 3 en 5 kilo!
4. Algemene stilte. Af en toe een piepje, laat in de avond, vaak tegen middennacht vang ik een of twee brasems, opnieuw een opvallende stilte. Kort daarna volgen de echte runs, bijna altijd kort na de maanopkomst. Dit heb ik zo vaak meegemaakt dat van toeval geen sprake meer kan zijn. Op die dagen vang ik bijna altijd een of meerdere karpers.
ZOET, ZOUT, VISMEEL…
Tot op heden heb ik geen onderscheid kunnen ontdekken of het een boilie van zoet of op basis van vismeel beter doet. Wel is het zo dat ik een aantal spiegelkarpers heb gevangen op een opvallend pop-up aas. Trouwens, de verhouding schub-spiegel is in mijn geval op dit moment 1 op 5.
De boilies die ik gebruik zijn rijk aan vismelen. Het vetpercentage speelt een belangrijke rol in mijn aas. Een rivierkarper moet zwemmen, of hij dat wil of niet. Veel beweging betekent veel energiegebruik. Daarom is mijn boilie vetrijk, wel met gezond en onverzadigd vet wel te verstaan. Het percentage vet bedraagt tegen de 30%!
BOILIE
Wat de boilie betreft hou ik van “hoe mogelijk simpel”. De kwaliteit staat voorop. Je moet je realiseren dat in het water (zeker in de zomer) er zeer veel natuurlijk voedsel ligt. Waarom zou de karper jou boilie willen eten? Ik koop regelmatig verse ingrediënten bij de molenaar. Verser kan je niet hebben. Bij iedereen in de omgeving is een molen te vinden. Mijn favoriet is gerst, gevolgd door tarwe en maïskorrels.
Ik werk in de zomer met de volgende verhoudingen:
Eiwit 40% (minimaal)
Koolhydraat ± 30%
Vet ± 30%
Vezels 3.5gr/240kcal
Verder kan je in mijn boilie alle nodige micro-macro mineralen en vitaminen vinden.
PAAITIJD
Hierover kan ik een kort antwoord geven. Ik heb daar geen ervaring mee, dat komt misschien door het feit dat ik vrij laat start met vissen op een rivier, dat is meestal begin juni.
MONTAGE
Simpel en Basic, dat is het motto!
De montage moet met grote zorg worden geknoopt. Een enkel “foutje” wordt onmiddellijk gestraft! Op de revier gaat het er heftig aan toe!
Besteed veel aandacht aan je montages. Persoonlijk vis ik met lange montages, tussen de 30 en 40cm. In het late najaar wil ik wel eens een korte montage toepassen in de combinatie met de “banaan-rig”.
Haken maat 6 in de zomer, maat 8 in het vroege voorjaar en het late najaar. Bijzonder goede resultaten heb ik geboekt met de haak van Gamakatsu, Model A1, nummer 6.
Het gewicht van je lood is afhankelijk van de stroming ter plaatse, de waterstand, het jaargetijde. Met het lood tussen 100-150 gram kom je heel end.
Hengels die ik gebruik zijn van 2.75 of 3lb, afhankelijk waar ik aan het karperen ben.
Mijn molens zijn van DAM, model quick 4001, bouwjaar 1985.
VANGSTEN
Soms blank je weken lang, soms vang je in een tijdsbestek van 15 minuten 2 karpers!
Het kan allemaal, dat maakt riviervisserij zo interessant.
Persoonlijk vang ik “relatief weinig” karpers. Maar, mijn gemiddelde gewicht is behoorlijk aan de hoge kant!
Wat valt verder op:
- als de karper op je stek aanwezig is wordt hij vrij snel gevangen, soms direct na de eerste inworp;
- aas dat zeer lang in het water staat wint het vertrouwen, als je zeker bent dat de boilie aan het prestatievermogen niets heeft ingeboet laat ze staan, dat mag ook 24 uur lang zijn;
- aroma’s werken in de meeste gevallen contraproductief;
- probeer bij een lage waterstand in de vaargul te vissen, pal in de stroming dus;
- bij een hoge waterstand juist dicht bij de oever, bijvoorbeeld op de plaats waar de stenen overgaan naar een ander soort bodem, in de meeste gevallen zand dus;
- probeer rustig te handelen en zo min mogelijk te bewegen aan de oever, voornamelijk als je tussen de kribben aan het lopen bent, een rivierkarper is extreem schuw.
Voor het afscheid geef ik je een recept dat vis zal vangen op de rivier. Verwacht geen wonderen. Jij zult veel tijd moeten investeren in het uitvinden van productieve stekken, werk hard en je inspanningen zullen vroeg of laat worden beloond!
HET RECEPT:
Broodmix, 9 granen 300 gr
Lupinenmeel, getoast 200 gr
Vismeel, Droge Kabeljauw 100 gr
Vismeel, Haring 100 gr
Vismeel, Trouvit, T-3.0 100 gr
Vogelvoer, mix 150 gr
Biergist 100 gr
Aardappelmeel 100 gr
Melasse 100 gr
Tarwekiemen 100 gr
Bloedmeel 100 gr
Eieren, 8x 480 gr
Zonnebloemolie 10 ml
Zalmolie 10 ml
Eiwit 40 %
Vetten 27 %
Koolhydraten 33 %
NIB 71 %
Aandeel aminozuren 13 %
Vezels 3.5 gr/240kcal
Prijs, per 1kg € 2.20
VEEL SUCCES!
Niets van bovengenoemd is wetenschappelijk onderzocht of bewezen.
Alle gelijkenis die voortvloeit uit deze tekst berust op puur toeval.
Alles is gebaseerd op eigen ervaring, ervaring van een modale rivierkarpervisser.
dARKO
Een medicijn die de gezondheid bevorderd is veel meer waard dan een medicijn die de ziekte moet genezen.