De deurbel gaat. Ik kijk op de klok. Dat kan er maar 1 zijn. ‘Lul….’, zeg ik tegen hem met een grijns op mijn gezicht. Hij begint te lachen. ‘Ja sorry, ik deed het niet expres.’ Samen laden we de auto in en gaan richting de stek.
Het is voor beide de eerste keer op dit water. We waren wel van te voren wezen kijken maar verder eigenlijk niet. Daar aangekomen, was het nog 200 meter lopen, dussss….Na 2 keer lopen hadden we de spullen op de plek. Nu was ik blij dat we niet een hele nacht bleven want anders had ik nog een keer moeten lopen. We zetten de spullen op en steken daarna tevreden een shaggie op. Het is dood stil: geen auto’s, geen vogels, he-le-maal niks. Redelijk wat activiteiten op het water, dat moet toch goed komen. Met de ene hengel zit ik met mais op ongeveer een meter uit de kant. Met de andere zit ik met een Flevobol. Bij beide hengels heb ik licht bijgevoerd. Op alle 4 de hengels blijft het echter de hele avond stil. We praten over van alles en nog niks tijdens een kop koffie. Waar zouden we zijn zonder die koffie? Ze zitten nu echt overal maar waar we op wachten blijft uit. Aan het einde van de avond besluiten we op te ruimen en spreken af om zondagochtend terug te gaan. Het begon al aardig dicht te trekken. Mijn maat loopt al met een deel van zijn spullen richting de auto. Ik zet mijn piepers uit en op het moment dat ik de hengel langs het kantje binnen draai, tikt de swinger van de andere hengel omhoog.
Verbijsterd leg ik de ene hengel neer en pak de ander op. Na het zetten van de haak voelde ook deze vis weer massief aan. Dit alles gebeurde in nog geen 15 seconden. ‘JOO….HEYY…’ Mijn maat kijkt om en ook hij kijkt met ongeloof naar de kromme hengel. ’ Kom je nou nog’? Hij laat zijn spullen vallen en komt met het net naast me staan. ‘ Heb je er echt één? Ik dacht dat je me in de zeik zat te nemen man, maar je bleef zo serieus.’ We lachen er om en concentreren ons op de vis. Toch weer die Flevobol. Even kwam ie boven. ‘ Het is een gras’, riep ik. Zo zilver van kleur. Misschien wilde ik dat wel zien. Na een minuut of 10 landen we de schubkarper in het net. ‘Wat een bak zeg. Die gaat richting de 30.’ M’n maat begint weer hard te lachen. ‘Jij ook altijd met die rare dingen.’ We wegen de vis en de klok stopt op 16,2 kg. ‘ Whoeoeoe hoeoeoe!’ En nog veel meer geluiden werden er door de spanning en blijdschap uit mijn keel geperst. ‘Dit is echt super!’ We maken foto’s en laten de vis op adem komen. Na enkele ogenblikken verdwijnt de vis in het troebele water. Effe een peuk en de foto’s bekijken. Lekker hoor.

Na weer die avondvierdaagse gelopen te hebben, rijden we richting huis. Onderweg praten we over de aanpak van dit water. ’Nemen we de voerboot met dieptemeter mee om eens het bodemverloop te bekijken?
Ook die bollen van Flevobaits niet vergeten.
En zondag ochtend…..zitten we hier weer.
Rolff van Ewijk.