Bas Breetveld schreef:FlitsenZoals gezegd geen gemakkelijke materie met die glimmende vissen die wij perfect op de foto willen hebben. 'Zakken' van vissen is uit de tijd en kun je gewoonweg niet maken, daarom hier wat handvatten om ook in het pikkedonker de vangst van je leven te fotograferen. Het kán, dus waarom niet?! Nachtfoto's hebben -al dan niet goed uitgevoerd- altijd wat speciaals, interessant genoeg dus om qua kennis en materie in te investeren.
Ik beperk me tot het moderne TTL-flitsen. TTL betekend: trough the lens. Door de lens dus, in het Nederlands, oftewel DDL.
Vrijwel alle moderne camera's, zowel de spiegelreflexen als de (betere) compact-camera's beschikken over dit systeem.
In het kort betekent het dat de lichtmeting bij het flitsen via de lichtsensor achter de lens verloopt. De camera stuurt aan de hand van deze lichtmeting weer de flitser aan zodat een perfect uitgelichte foto het resultaat is.
Het werkt als volgt: Bij het indrukken van de ontspanknop gaat de sluiter van de camera open en de flitser begint gelijktijdig met flitsen, de lichtsensor achter de lens meet de hoeveelheid licht die terugkomt, is er voldoende belicht dan stuurt de camera een signaal naar de flitser en deze stopt. Dit alles binnen 1/60 seconde (over het algemeen) Sneller flitsen is altijd mogelijk met dit systeem, maar er is kans dat je door de sluiter een optimale belichting afstopt. Op de korte afstanden waar wij mee werken zul je altijd uit de voeten kunnen met 1/125 seconde.
Je ziet, ik werk altijd met handmatige instellingen. Ik en jij ook op den duur (of nu al), zal dat zeker gaan waarderen. Op de A-stand ga je eens de foto van je leven missen omdat de camera iets anders doet dan dat jij op dat moment had gewild. De A-stand kan heel nuttig zijn maar dan wel als aanvulling en niet als basis van je fotografie. Daarom ben ik de rubriek fotografie ook begonnen met de basisbegrippen. Bovenstaande info is dus erg belangrijk als je altijd je foto’s naar je wensen wilt hebben.
Was het maar waar dat het TTL-flitsen voor ons zo gemakkelijk was. Het glimmende oppervlak (ik hou het even technisch en dus klinisch) van de vis kaatst zoveel licht meteen terug in de lens dat de lichtsensor verondersteld dat de compositie goed is belicht en zendt een signaal naar de flitser dat ie onmiddellijk moet stoppen. Resultaat is een slecht belichte vis en de visser zal helemaal onderbelicht zijn. Het rotte van onderbelichten is dat de kleuren grauw worden en er bij digitale camera’s veel beeldruis ontstaat.
Gelukkig zit er op de camera een instelling waarmee je de belichting bij het flitsen kunt plussen en minnen. Gaat het om man/vis foto’s dan zul je meestal behoorlijk moeten plussen met die flits om je belichting door het glimmende oppervlak van de vis heen te krijgen. Uiterst belangrijk is dat je zo min mogelijk glimmend oppervlak van de vis recht tegenover je lens hebt. De vis iets schuin houden t.o.v. de camera zal ervoor zorgen dat je zo min mogelijk van die overbelichte glimmende plaatsen op de vis krijgt. Helemaal te voorkomen is dit niet. De bolling van de vis zorgt ervoor dat je altijd wel een stukje van de vis recht tegenover je lens hebt wat gaat glimmen op de foto. Voorgaande geldt zowel bij gebruik van de ingebouwde flitser als een opzetflitser. De laatste heeft vanwege zijn vermogen en meer mogelijkheden sterk de voorkeur. Om veel en dus snel en teveel fel licht te voorkomen is een ‘omnibounce’ sterk aan te bevelen. Het is een kunststof dop die je over de flitser heen schuift en die het flitslicht wat minder fel maakt zodat de duur van het flitsen wat wordt verlengt (zie die 1/60 seconde) Het flitslicht wordt er vooral wat minder hard mee. Deze dingen zijn er alleen voor externe flitsers. Gebruik je de ingebouwde flitser dan kan een stukje van een deksel van een milkshake al wonderen doen.
De standaard omnibounce:
![Afbeelding](http://img367.imageshack.us/img367/4880/bounce16ni.jpg)
Vergeet ook het diafragma niet op de juiste waarde te zetten. Een klein diafragma (groot F-getal) zorgt ervoor dat de opening van de lens kleiner wordt en zorgt er dus voor dat het licht wat wordt geknepen en je dus eerder aan die flitsttijd richting de 1/60 seconde komt. Daardoor krijg je langer en minder fel belichte foto's dan wanneer je diafragma helemaal open staat. Zelfde geldt voor je ISO-getal, lekker laag houden dus. Let ook op de instelling van je lichtmeting. Bij de wat geavanceerdere camera's kun je instellen over wat voor oppervlak je je lichtmeting doet. Pak dus qua lichtmeting heel de compositie indien mogelijk. Meet je alleen maar in het midden en dus op de vis, dan zul je gegarandeerd iets moeten 'plussen'.
Experimenteer dus met flitsen totdat je het optimale resultaat hebt bereikt. Door te plussen en eventueel te minnen op je belichting en een omnibounce of een stukje milkshakedeksel. De duur van de flits is altijd maximaal 1/60 seconde. Zet je de sluitertijd langer, dan kun je nog wat van de achtergrond meepakken. Immers, de voorgrond wordt alleen maar door de flits belicht in die 1/60 seconde. Je kunt dus veel langer belichten zonder bewegingsonscherpte van de man/vis.
![Afbeelding](http://img370.imageshack.us/img370/1410/schubflits1gc.jpg)
Een goed uitgevoerde flis met een sluitertijd van 125/100 seconde en diafragma 8. Helaas is er niet gnoeg rekening gehouden met de achtergrond die in dit geval behoorlijk irritant is.
Voor echt optimaal flitsen zou je eigenlijk een complete fotostudio bij je moeten hebben om er maar voor te zorgen dat de flits van enige afstand van je camera komt, zodat het licht niet meteen terug wordt gekaatst door de vis en je die hopeloze glimmende plekken krijgt.
Met enig investeren kan dat! Dit is voor de freaks die toch wel weten wat er te doen en te koop is. B.v. een kabel waarmee je de flitser naast de camera positioneert of zelfs infrarood afstandsbediening voor de flitser en zelfs meerdere flitsers gebruiken.
Deze foto's zijn genomen met de ingebouwde flitser van de 10D. Goede foto's (na enig nabewerken wat ik niet heb gedaan), maar het kan stukken beter. De flitser had duidelijk niet het vermogen om de gehele compositie optimaal te belichten.
Let ook op dat er duidelijk verschil is met spiegels en schubs. Spiegels zijn weer lichter van kleur en daardoor ook lastiger.
Hou ook wat meer afstand dan dat je overdags doet. Dat zorgt ervoor dat de belichting wat evenwichtiger zal zijn. Niet die overdreven groothoekfoto's meteen proberen te maken dus met een flitser.
Met een ingebouwde flitser kun je meestal geen zonnekap gebruiken omdat deze gedeeltelijk voor de flitser zal zitten. Jammer want vaak kan er nog wat (kunst)licht schuin in de lens vallen wat slechte resultaten kan geven in de vorm van zweem. Hetzelfde geldt voor sommige lenzen met een grote filtermaat. Dan moet je wel een externe flitser erbij hebben.
InflitsenInflitsen is erg mooi op z'n tijd. Het betekent dat je op de grens zit van wel of niet flitsen. Zijn je instellingen die je nodig hebt om een optimale foto te maken niet meer toereikend, dan zal er geflistst moeten worden. Soms met wat tegenlicht kan het ook erg effectief zijn of als de (lage) zon te fel is om een mooi resultaat te krijgen dan is een plekje in de schaduw met een flits vaak mooier. Bij het inflitsen zit je al met je instellingen redelijk dicht aan tegen een neutrale belichting van de compositie. De achtergrond zal dus enigzins belicht zijn en je compositie op de voorgrond wordt optimaal belicht door je TTL-flits. Soms zul je de sluitertijd behoorlijk moeten rekken om de achtergrond goed te belichten. Geeft niks omdat de voorgrond volledig door de flitser wordt belicht binnen de flitstijd. Gebruik wel een statief! Hier wat voorbeelden:
![Afbeelding](http://img210.imageshack.us/img210/7774/f10000099dt.jpg)
Bij deze foto is er sprake van een oplichtende, meegeflitste achtergrond. Hou rekening met eventuele slagschaduw van de flits! In dit geval pakte dat goed uit omdat de slagschaduw achter de staart zit en zelfs nog wat extra's meegeeft aan de foto, het kan ook heel slecht uitpakken.
![Afbeelding](http://img506.imageshack.us/img506/6134/121109qg.jpg)
Deze Fransoos heeft het knap naar z'n zin. De vis is schuin geflitst zodat er zo min mogelijk glimmers zijn.
Laatste tip: probeer bij het flitsen zoveel mogelijk gebruik te maken van eventueel kunstlicht dat je in de buurt hebt. Een straatlantaarn of een flinke zaklamp kunnen de resultaten enorm positief beïnvloeden.
Ga je een externe flitser kopen, hou er dan rekening mee dat de topmodellen slechts een fractie duurder zijn dan de minderen en véél meer kunnen. Even een gebouw of complete boom inflitsen is met deze jongens geen probleem, prijsverschil 100 euri. Op de duurdere modellen zit ook altijd een afstandentabel die handmatig flitsen beter mogelijk maakt. Op den duur ga je dat enorm waarderen. Dat is stof voor gevorderden en dus een volgende keer meer.
Had ik toen een 'echte' flitser gehad, dan was heel die mooie boom goed belicht geweest en dan als extra'tje het water en die mooie lucht.
Ik schreef het eerder, digitale camera's hebben veel minder marge in de belichting zitten dan analoge camera's en die (kleine) marge zit in de onderbelichting. Bij het flitsen is het niet anders. Liever iets te weinig dan te veel. Iets onderbelichte foto's kun je prima ophalen, overbelichte digitale foto's kun je niets meer mee doen. Even testen op je schermpje of niet van die witte oplichtende vlekken hebt. Heb je de mogelijkheid, kijk dan ook even of het histogram in orde is.
Al met al is deze info bij lange na niet toereikend om de ideale flitsfoto's voor elkaar te krijgen. U vraagt maar!
Heb je aanvullingen of opmerkingen, graag!