![Afbeelding](http://img442.imageshack.us/img442/5702/2223feb141xp1.jpg)
Nadat ik een tweetal plekjes voorzien heb van enkele korrels sweetcorn mag ik voor het eerst de lijn door de ogen van mijn nieuwe aanwinst te halen. Een Mark IV splitcane die in het verleden van een vismaat van Nederlands bekendste hengelsportauteur is geweest behoort sinds enkele dagen tot mijn wapenarsenaal en wordt hopelijk ergens de komende dagen ontgroend. Voorzien van een licht balsahouten pennetje en de oude Mitchell is het in ieder geval een setje om in te lijsten.
De eerste stek van het tweetal die ik ga bevissen is een klein rietkraagje waar het merendeel van de dag de zon op staat. Een plek die gewoon naar karper ruikt en waar ik de nodige vangsten gedaan heb. De herinneringen aan die paar dorre stengels in het winterzonnetje zijn haast te proeven en ik moet glimlachend terugdenken aan de mooie vissen die ik van dit kleine stukje van het water heb mogen lenen.
Vandaag ziet het er echter dood uit. Deze keer geen zwaaiende stengels die door een massief lichaam opzij gebeukt worden, geen kolken in het stroperige water of bellenplakkaten die je vertellen dat het nu echt menens is. Nee, het eerste uurtje tikt voorbij zonder een glimp van actie. Slechts het geluid van de vogels toont aan dat er iets van leven is op dit stukje aarde, de rest lijkt echter zo dood als een pier.
Als ik op de andere stek de maïskorrel langs een struik naar de bodem laat dwarrelen is het meteen al raak. De pen gaat even staan om vervolgens snel naar links te verdwijnen. Met een haal probeer ik de haak te zetten maar trek ik het geheel zonder vis boven water. Helaas, een misser. De tweede keer dat ik de haak te water laat gebeurt alweer vrij snel hetzelfde met ook deze keer een misser als gevolg. Het zit me vandaag weer eens ouderwets tegen. Hopelijk doet een klein beetje extra voer wonderen terwijl ik me even vertoef richting het rietkraagje.
![Afbeelding](http://img511.imageshack.us/img511/3240/24feb029rf3.jpg)
Net voorbij de afgestorven stengels prijkt er weer het puntje van het balsa vakmanschap. Een rood stukje hout dat zich op dat moment het middelpunt van mijn concentratie kan noemen. Mijn pupillen staan wijd open en hopen niks te missen van het schouwspel. De handen zijn geklemd om het kurk en ondertussen fantaseer ik over hetgeen er elk moment zou kunnen gebeuren. Wat er op datzelfde moment gebeurd doet er verder niet… want elk moment kan het ineens toch zover zijn en zal de pen in de donkere diepte verdwijnen.
Dan is het rode puntje ineens in een flits verdwenen en weet ik met een lange haal het carbonstaal in een stel vlezige lippen te plaatsen. Het directe gevoel van contact met een karper voel ik door mijn lichaam stromen. Een plezierige schrik verwelkomt me als de vis er na een seconde vandoor schiet. De slip van het oude molentje doet braaf zijn werk en weet in combinatie met de hengel het dunne lijntje heel te houden. Het kleine karpertje, duidelijk niet van het gedroomde formaat (maar zeker mooi) geeft het na een enkele minuut beulen onder de hengeltop al op. De Mark IV is ontgroend en de dag is in ieder geval al goed. Ik ben in ieder geval niet voor niks gekomen en een puntgaaf schubkarpertje heeft toch weer gezorgd voor de nodige spanningen en een nieuwe ervaring. Drillen met splitcane… Een jeugdige karpervisser met een passie voor oude rommel. Het karpertje wordt ondertussen bedankt en zwemt zijn vrijheid weer tegemoet.
![Afbeelding](http://img301.imageshack.us/img301/8061/2223feb138eq3.jpg)
Als ik weer bij het struikje aankom, kom ik daar al snel tot de ontdekking dat het een groot vreetfestijn is op de bodem. Enkele bellen vinden hun weg naar de gladde wateroppervlakte. De manier waarop de belletjes vanuit het koude water naar boven stijgen en in mijn gezichtsveld uit elkaar spatten geven vertrouwen. Het is in feite een aankondiging zoals een stilte voor de storm. De spanning is dan ook te snijden aangezien elk moment zo’n bronsrug zich aan het aas kan vergrijpen.
Dan is er weer een tikje te zien en komt het drijflichaam voor het grootste deel boven water. De vis heeft het onderste loodje opgetild, waardoor de dobber nu minder gewicht hoeft te dragen en plat gaat liggen. Dit kan maar een enkel ding betekenen… Iets of iemand heeft het aas naar binnen gewerkt en met een korte beweging van mijn rechterarm vind de haak zijn weg in de bek van de vis. Ik ben in contact… voel enkele kopstoten van de verdachte en zie even later een brasem aan de oppervlakte verschijnen. Voor de kant word de vis in het water ontdaan van het weerhaakloze haakje. Nog even blijft de vis hoog in het water hangen en lijkt hij me aan te kijken. Dan is hij ineens weer weg en kan ik mijn pijlen weer richten op de reden waarom ik hier ben. Dagdromen over karper…
Ik voer nog enkele korrels maïs en trakteer mezelf op een boterham. De ganzen krijgen ook nog een deel van mijn lunch. In ruil daarvoor worden ze wel nog even vastgelegd op de gevoelige plaat en zo toegevoegd aan mijn fotoalbum.
Als ik de laatste hap brood probeer weg te werken is er alweer beweging. In een flits verdwijnt het rood geverfde houtje richting de bodem. Dit vraagt gewoon om een tegenreactie. De aanslag word gevolgd door een spurt van enkele meters onder de struiken door. De druk word nog iets opgevoerd en ik zie een grote staart tegen de onderkant van de takken slaan. Dan valt ineens alles stil en draai ik een los lijntje binnen. De haak is losgeschoten en de vis is gevlogen. Het was duidelijk een grotere vis… maar vooral “het was”.
Een dag later loop ik met hengel in mijn hand langs de oevers van een ander watertje. Een verlaten waterbuffer, waar in de loop van de jaren door enkele mensen wat karpers zijn uitgezet, is het decor van enkele uurtjes karperjacht.
De zompige oevers en de verwilderde plantengroei doen me vergeten dat ik slechts tientallen meters verwijderd ben van de bebouwde kom en geven me het idee dat ik in niemandsland ben. De in de zomermaanden talrijk aanwezige wiervelden zijn afgestorven, het riet is dor en de bomen zijn nog steeds kaal. Toch is de geur van avontuur hier aanwezig. Het is haast te proeven dat er karpers aan het patrouilleren zijn langs de oevers… op zoek naar voedsel en hopelijk vinden ze hetgeen dat ik ze aanbied.
![Afbeelding](http://img511.imageshack.us/img511/7344/24feb012zh1.jpg)
De uren leren me echter dat het voorgevoel niet meer dan bedrog is. De karpers zijn helemaal niet op zoek naar mijn goudgele gezoete korrels en anders hebben ze het aas simpelweg niet gevonden. De middag is voorbijgevlogen alsof de duivel met de klok speelde en de enige vangst van de dag zijn enkele sfeerplaatjes van mijn verblijf in mijn eigen wereldje. Helaas, het geluk zit me niet altijd mee.