Ik ga dan nog voorzichtiger aan de slag, blijf uit de kant, maar houd de vis goed in de gaten (en zij mij). Ik kies voor een lijn die "verdwijnt" in het water, vis extra scherp (staande haak of net liggende haak (2-5 cm), geen onderlijn. Ik probeer felgekleurd aas/voer (schrikt dat af?) of juist het tegenovergestelde, maar wel lekker meurend.
Als haak een kortstelige, haak met een grote bocht waarin het aas in de bocht kan worden geprikt. Als dobber een karperdobber die ik het liefst één cm boven de wateroppervlakte laat komen. Uitloden kan dan helaasniet maar ik doe dat op de gok. De tweede worp pas ik aan na mijn bevinding van de eerste worp.
Liefst een aasje op de haak (haakbocht) zoals tijgernoten, mais, kaas, die ik even dip. Meestal is het na een aanbeet ook meteen afgelopen op de stek, maar ja, waar niet. Ik voer daarna nog even in de hoop dat ze terugkomen, en ga elders mijn heil zoeken, maar wel in de buurt.
Meestal kom ik na een uur of zo weer terug om het nogmaals te proberen.
Ik kleed me in de bekende visserskleding
en zoek de plekken op waar zij mij het moeilijkst zullen opmerken, zoals achter struiken, in de schaduw van een boom, etc.Hoe doen jullie het?
