En toch, na de penhengels niet meer te hebben aangeraakt, voor een behoorlijk aantal jaren, begon het toch weer wat te kriebelen. Ik trok die oude glasstokken eens uit het rek en beoordeelde de materialen eens om te zien of ze nog zouden voldoen, nu de vissen enorm gegroeid zijn. Dat bleek een beetje tegen te vallen. De eens zo fiere en ijzersterke Hardy Richard Walker No. 2 (wat was ik daar trots op met mijn 15 jaar) bleek nog maar een slap stokkie om over de rest -met testcurves van van minder dan 1.75 lbs- maar te zwijgen. Hier een dikke vis mee keren nabij obstakels zou een onmogelijke opgave worden.
Je begrijpt het misschien al, ook met de pen wens ik achter groot wild aan te gaan.
Ik besloot naar Cor te gaan om eens te kijken hoe de ontwikkelingen zijn op het gebied van penhengels. Daar had hij immers altijd al mee voorop gelopen. Hij had net weer iets nieuws staan, glashengels met een beetje carbon erin verwerkt met een lengte van 4 meter en een testcurve van ruim 2 lbs. Het gewicht was redelijk laag, mede door de nikkel-titanium spiraaloogjes die hij erop had gemonteerd. Het was een hengel met meer dan voldoende reikwijdte om je pen naast een monster te leggen, zonder in het zicht van de vis te staan en voldoende kracht om deze succesvol te landen. Deze glashengel appelleerde ook wat aan mijn nostalgische gevoelens voor het penvissen. Een soort van All Holland, maar dan wel te sjouwen en bijna een meter langer dan mijn geliefde Richard Walker, die ik nu dan weer veel te kort vind voor de wateren die ik wil bevissen vanuit de boot. Vlak naast de boot vissen doet de vis nu eenmaal te vaak verschrikken en doen ophouden met intensief azen. Ik vind het maar vreemd dat de meeste penhengels een testcurve hebben van 1,5 lbs of minder. Alsof je slechts achter kleine vissen in de polder aan dient te gaan wanneer je gaat pennen… Ieder z’n meug natuurlijk. Ik prefereer het grote water.
Na er wat vissen mee gevangen te hebben bleek de hengel toch nog steeds wat te lomp om er echt de hele dag mee in de hand te zitten en al snel legde ik hem neer in het gras of op de rand van de boot. Dát kost je nou net wat vissen omdat snel kunnen reageren, wat vandaag de dag dé truc is om schuwe vissen te kunnen vangen. Ik had er wel degelijk veel plezier aan beleefd, maar viel toch weer terug op het boilievissen. Ik spreek nu over 2 jaar terug, 2004.
In het jaar 2005 heb ik weinig gevist door drukke werkzaamheden en andere hobby’s. De uurtjes dat ik viste deed ik dat met schuivend vissen met de boilie. Achteraf vond ik het maar zonde, zo weinig gevist te hebben en er werden plannen gesmeed. Hoe het in het voorjaar van 2006 afliep weet je inmiddels. Ook de rest van het seizoen verliep niet slecht. Ook de sociale aanpak met vismaten is zéér goed bevallen. Bedankt Ruud, Michiel, Peter en vele anderen!
Het penvissen, het moest er toch echt weer een keer van komen. Ik besloot al mijn oude meuk op te ruimen incusief die nieuwe glashengel van Cor. Ruud ving er een dikke veertiger mee op Cassiën nadat hij hem had ingezet als reservehengel omdat één van zijn Cassiënkanonnen brak. Dat is dan toch weer erg leuk dat zo’n hengel in goede handen terecht komt!
Van deze centen zou ik een superhengeltje laten bouwen bij Cor of dit zelf doen, mocht het alsnog niet genoeg zijn. Daar kwam het niet van wegens dure investeringen in fotoapparatuur…
Het penvissen moest nog maar even wachten. Wat zijn enkele maanden na een periode van ruim 10 jaar boilievissen?
Een bezoek aan Cor voor een stel ‘Karelhengels’ voor Ruud waarmee hij de dikke IJsselmeerberen gaat belagen zouden de plannen wat gaan versnellen. Dáár stond nu eens dé perfecte en meest revolutionaire penhengel die ik ooit had gezien, 4 meter lang, dun als een breinaald, woog helemaal niets meer en die heerlijk kracht in de laatste anderhalve meter van de blank om de dikke beren te kunnen keren en/of stoppen. Die laatste anderhalve meter kracht (inclusief handvat) vind ik onontbeerlijk. De rest van de hengel dient lekker te buigen zodat je niet al te veel hefboom in je handen hebt en je lekker veel gevoel in de dril kunt stoppen zonder je arm(en) te veel te vermoeien. Het scheppen van de vis vergemakkelijk je er ook mee, omdat je niet te veel hengellengte hebt. De soepele top gebruik ik alleen maar om het aasje subtiel te presenteren. Met een dunne top gaat dat vele malen beter dan met een dikke lompe top. Het spreekt voor zich denk ik. Nadat ik in een najaarssessie in Frankrijk ook nog eens de mogelijkheden heb gezien om ze daar met de pen te kunnen vangen vanuit de boot tegen één van de vele rietkragen moest het er maar snel van komen.
Eerst maar een goede moderne lichtgewicht molen uitzoeken. Ik kwam uit op de Daiwa Certate. Deze is zeer licht van gewicht, zeer sterk en ziet er lekker discreet uit in zeer donker blauw en vooral zonder de gouden shit erop. Wát is al dat goud en andere blingbling toch lelijk! Dat deze molen het meest soepel draait van alles wat er op de markt is, is leuk meegenomen. De slip hoef ik niet eens te noemen, het is een Daiwa.
Na deze molen in Lelystad te hebben opgehaald snel naar Cor om de afbouw van de hengel door te nemen. Zo sober mogelijk, maar toch de sjieke kenmerken van CJW erin verwerkt. Lengte van de kurk, kleur wikkelgaren enz. werden in een uurtje tijd en vele liters koffie doorgenomen. “Over 2 weken is ie klaar kerel”
Hihaaaaaaa, nu 2 weken later mocht ik het eindresultaat bewonderen. Hier is het spulletje:

De Daiwa Certate 3000

Dit was niet afgesproken met Cor. Hij heeft het hout onder de reelhouder opengewerkt tot op de blank. Het is hem vergeven. Omdat ik zo enthousiast ben over de hengel heeft ie iets extra’s gedaan. Ik vind het zeer mooi en het ligt prima in de hand.

De reelhouder van de zijkant

Een korte lichtgewicht cone met een stukje rubber/kurk erboven. Dit is lekker slijvast zodat de scherpe lijn behouden blijft in de toekomst. Het levert ook net wat extra grip omdat het lekker stroef is.

Voor Cor z’n doen lekker sober.

Deze oogjes zorgen voor een revolutie in de lichtgewicht hengelbouw. Je houdt puur de blank over na afbouw. Dit zorgt ervoor dat ook zo’n lange hengel strak blijft zodat je snel kunt reageren op een aanbeet. Dat gaat meer vis opleveren!

Voor mij gewoon zwarte wikkelingen. Dat doet het erg goed op de blank die in een zilvergrijze metallic lak is gespoten met een blanke lak er overheen. Schrik niet, de metallic lak is transparant en je ziet de blank er doorheen. Alles bij elkaar lijkt de hengel satijnglans te zijn, wat er weer zeer discreet en toch sjiek uitziet.

De CJW naast de oude Hardy Richard Walker. De CJW is veel sterker in het achterdeel en is een meter langer! M’n eerste Hardy gaat natuurlijk nooit weg.

Bijna niet leuk te fotograferen binnenshuis met dit weer. Het is een heel eind deze hengel, eindeloos!
Volgende keer met deze hengel aan de waterkant.
Groetjes,
Bas