18-03-2018 23:02
Paar puntjes die ik in overweging neem wanneer ik dobbertjes maak/gebruik:
Hoe langer hoe beter. Mits de waterdiepte het toelaat. Hoe langer de antenne des te beter je de diepteverschillen op je stek kunt opvangen zonder vaak opnieuw te hoeven werpen.
Zit je op enkele decimeters water dan kan een ver onderwater stekende pen de vissen afschrikken, hier is een kort dobbertje geschikter.
Ik probeer ook zo licht mogelijk te vissen. Je inworp is minder verstorend en de omhoog staande lijn minder strak gespannen op een licht dobbertje. Qua weerstand bij aasopname zou het, wanneer je je pen netjes uitlood, geen verschil moeten maken.
Staat er een beetje stroming op het water dan helpt extra drijfvermogen je pen boven water te houden. Wordt je dobber langzaam onder getrokken dan vis je te licht. Het helpt ook om de lijn tussen hengeltop en dobber zo kort mogelijk te houden, dit vermindert de weerstand tussen lijn en water.
Zelf hou ik wel van een stabiel pennetje, daarom kies ik er meestal voor het drijflichaam rond de midden of iets daarboven op de antenne te houden. Een pen met het drijfvermogen op de onderste helft van de pen is wat beweeglijker, bij activiteit op de stek bijvoorbeeld. Dit is soms fijn en soms storend, hangt een beetje van de omstandigheden en je voorkeur af.
Een dunne antenne zorgt voor weinig weerstand in het water en minder grip van de oppervlaktespanning.
Bij kabbel is een lange antenne fijn omdat het drijflichaam zich onder de deining bevind. Dit houdt de pen rustig wat je beetregistratie verbeterd. Ook beperk je een dansende aas aanbieding of loodje op de bodem.
Fluo-oranje is beter zichtbaar bij goed licht. Fluo-geel blijf je langer zien in de schemering.
Een peacock dobber is, buiten dat ze er vaak gaaf uit zien, mooi omdat hij natuurlijk oogt. Het zal niet de eerste keer zijn dat een karper mijn pen inspecteert om daarna rustig weg te zwemmen.