OK Mensen,
Hier komt de stelling: het hele gezeik over "Karpervissen en betaalwateren" komt mij nu echt de strot uit.
Als wij allen (!) nu eens niet de kilo's achterna waren gerend in het kielzog van alle bekende namen, ik ken ze (helaas) niet persoonlijk maar noem er toch een paar: Kevin Maddocks, Rod Hutchinson, Rini en Bram Groothuis, Leon Hoogendijk, Rob Schneider, John van Eck, Erwin Kwint (om er een paar Nederlanders in te vermelden) Alijn Danau, Frank Warwick, Kevin Nash, Ken Townley, Ronnie de Groote, Andy Little, Luc de Baets, en nu vergeet ik er bewust nog een hele hoop, dan hadden wij karpervissers ook de discussies m.b.t deze onderwerpen niet hoeven voeren. Het fenomeen betaalwater is helaas niet alléén ontstaan uit geldzucht hoewel dat in de discussie vaak wordt verzwegen. De betaalwateren die wij nu zo bekritiseren zijn het gevolg van het feit dat er karpervissers bestaan die minder tijd hebben als bovengenoemde bekende vissers (welke aan de waterkant wonen of woonden) en toch op de alles bepalende foto met een joekel van een karper willen staan. Het najagen van deze jachttrofee (de foto, dus) heeft mijns inziens onze sport niet veel goeds gebracht. Waar je vroeger (hoe lang geleden?) met een zware twintiger een hele jongen was binnen "de karperscène" is de laatste decennia via de 30er, 40er en 50er, 60er en 70plusser (jaja!!) de grens aardig verschoven. Via verschuiving van de normen en waarden hebben wij plotseling te maken met een vraag en aanbod verhaal wat we eigenlijk niet hadden willen hebben. De karpervisser wil "de jachttrofee", de markt levert er de spullen voor. Zo simpel steekt onze westerse markteconomie nu eenmaal in elkaar. Dat dit helaas heeft betekend dat er onwelriekende praktijken gebeuren met bovengenoemde gewichtige karpers is uiteraard te betreuren. (als alle "indianen verhalen" waar blijken te zijn) Het vraag- en aanbod verhaal gaat echter iets verder dan het verslepen van zware karpers van het ene naar het andere water. Sommigen van ons kunnen zich uiteraard de tijd nog wel herinneren dat je op een oude stretcher, met van die veertjes, (auw, je vel ertussen) lag te wachten op een aanbeet. Die je via het ratelen van je slip op moest merken want Delkim’s waren te duur en die rotzooi van Optonic moest je niet hebben, dat regende net zo snel vol als een regenton! Er is veel veranderd de afgelopen jaren. Alle betrokken partijen hebben zich vol overgave gestort op het fenomeen “Karper”. Wij als karpervissers enerzijds met investeringen in ons materiaal (stoelen, stretchers, tenten, molens, hengels, piepers (geen aardappelen), via luggage (Engels voor sjouwen!), endgame, Dyneema, bite indicators en wat dies meer zij, anderzijds de markt met aanbod van bovengenoemde artikelen. Met daarbovenop, als de bekende kers op de taart, het belangrijkste onderdeel van het geheel: “de nog door U te vangen karper”. Via vele wegen is onze sportvis aldus verworden tot een economische waarde en hoe zeer mij dit ook spijt, het is niet anders. De door ons allen (en dat betekent: niemand uitgezonderd!) ingeslagen weg dienen we nu zo goed mogelijk te bewandelen. Mijns inziens houdt dat in dat we moeten stoppen met discussiëren over de voor- en nadelen van betaalwateren maar dat we moeten komen tot stringente regulering van deze. Strikte regelgeving m.b.t. het beheer van dit soort wateren. Verbod op het verplaatsen van karpers, dit niet in de laatste plaats met het oog op het verspreiden van ziektes. Verhoging van de strafmaat ten aanzien van het illegaal vervoeren van karpers. Regelgeving, niet alléén in Nederland, maar ook in het buitenland, m.n. Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië en Hongarije ten aanzien van de aankoop en exploitatie van “karper- en meervalwateren”. Uiteraard zijn diverse partijen bezig met dit hete hangijzer, VBK, KSN en E.C.H.O. om er een paar te noemen. Wordt dus lid en steun je bestuur met raad en daad.
Met betrekking tot correcte behandeling van gevangen karper gooi ik nog een knuppeltje in de vijver. Als we brommercertificaten, vaarbewijzen, rijvaardigheidsbewijzen, zwemdiploma’s en dergelijke in de wereld hebben geroepen lijkt een “viscertificaat” mij een goede oplossing voor problemen die ik nu wel eens aan de waterkant zie gebeuren. Laat vissers een proef van bekwaamheid ten aanzien van respectvol (vroeger weidelijk geheten) omgaan met vis afleggen. Met dat certificaat (per jaar voor een paar euro’s te verlengen, opbrengst NVVS, ook weer verdient) kun je vergunningen bemachtigen. Als je met een geweer wilt jagen dien je je ook aan zeer strenge regels te houden en het verschil tussen een kogel en een peertje lood van 60 gram wat wordt weg gezwiept laat ik even in het midden.
Ten aanzien van de controle heb ik persoonlijk ook nogal wat noten op mijn zang. Ga als bevoegd controleur of opsporingsambtenaar niet alléén controleren of je een sportvisakte en vergunningen in je koffer hebt. Controleer nu eens de wijze waarop gevist wordt!! Is die onderlijn wel de zwakste schakel in het geheel, laat het lood inderdaad los als het vast komt te zitten, schuift die voorslagknoop wel door je safety clip, voldoet dat 3 jaar geleden opgespoelde nylon nog wel, heeft de visser een afvalzak bij zich en gebruikt hij of zij die ook? Laat die derde karperstok gewoon op de steunen liggen mits je er als controleur van overtuigd bent dat degene achter de hengels weet waar hij of zij mee bezig is. Vertel vissers waarom het voorzichtig behandelen van vis op den duur zichzelf terugbetaald. Vertel vissers waarom ze geen bewaarzakken moeten gebruiken als er kans bestaat dat dit nadelige gevolgen kan hebben voor de gezakte vis. Vertel vissers dat het gebruik van een onthaakmat voor- en nadelen kent. Bescherming voor de vis is OK, verspreiding van ziektes via slecht schoongemaakte matten, zakken of netten is uiteraard niet de bedoeling.
Kom nou toch eens tot consensus m.b.t. het nachtvissen want ik weet het niet meer. Ik heb het zelf meegemaakt: vissen met drie stokken uit, buiten het nachtseizoen (Oktober) op een uiteraard wel keurig opgeruimde stek (!) en de jongens van Staatsbosbeheer wensten mijn maat en mij iedere ochtend een goede vangst en iedere avond bij het weer langsrijden een goede nachtrust toe. Waar ben ik nou aan toe, mag het daar (ik zeg niet waar) als je alles keurig opruimt allemaal wel, en hoe zit het dan komend seizoen als er overplaatsing bij Staatsbosbeheer heeft plaats gevonden? Krijg ik dan een douw van hier tot Tokio? Volgende voorbeeld: ik wordt met drie poken uit gecontroleerd, ken de controleur op dit water niet, laat mijn bundel vergunningen zien, hij bekijkt alleen de grote vergunning en zegt vervolgens: "tsja, met de grote vergunning mag je met drie stokken vissen". Ik weet het echt niet meer, hoor. Als Joost het weet mag hij me mailen.
Het feit dat er heel veel geld omgaat in de hengelsportbranche heeft bovenstaande feiten in de hand gewerkt. Waar komt al dat geld eigenlijk vandaan vraag ik me dan af? Dat komt toch uiteindelijk uit jou en uit mijn zak vandaan of mis ik nu iets? Als we het karperen, in al zijn facetten, willen verbeteren, zullen we mijns inziens bij onszelf te rade moeten gaan. Het hele verhaal begint namelijk bij onszelf, het kunnen opbrengen van respect voor de biotoop waarin wij leven. Ik weet ook wel dat we met 6 miljard verwarde zielen een vervuilde, onbewoonbare planeet aan het creëren zijn. Erger nog, ik doe er zelf aan mee. Rijdt in mijn volgestouwde koekblik ook vanuit Zoetermeer naar Friesland en Frankrijk om eens lekker te vissen. Daar is de lucht zo lekker schoon en het water zo verschrikkelijk mooi.
Ja ja, en ik maar discussies uitlokken met een pak boter op mijn hoofd.