Heren, ik mis hier toch wat essentieels. Ik denk dat men soms helemaal in de foute richting denkt over materiaal en techniek.
Ik heb in mijn beginjaren van het karperen (van begin tot halverwege de tachtiger jaren) héél veel met drijvend aas gevist. Naderhand is dat afgezwakt omdat mijn interesse in de wateren die hiervoor geschikt waren flink afnam. Ik heb me toen helemaal op het riviervissen gestort.
Eén van de essentieelste zaken uit die tijd was dat een karperhengel zacht moest zijn. Dit om het zéér zachte aas te kunnen verplaatsen op een redelijke afstand. Karperhengels, in die tijd altijd van glas, hadden een bepaalde eigen massa wat essentieel was. Voor het moderne karpervissen is een strakke snelle hengel wel doelmatig, maar voor het vissen met zacht aas dus absoluut niet.
Even een aantal zaken op een rijtje:
- vissen zwemmen bovenin het water en zijn vaak erg schuw;
- ik moet dus zo ver mogelijk van de vis wegblijven;
- vissen zijn door dressuur vaak erg voorzichtig;
- ik moet dus met zo dun mogelijke lijn en zo fijn mogelijk haakje vissen;
- het mooiste is als ik kan werpen zonder extra drijfmiddelen cq verzwaringen te gebruiken.
Mijn ideale karperhengel voor op open water drijvend te vissen:
- zeer lichte testcurve om een lekker dunne lijn te kunnen gebruiken, laten we zeggen 1 lb;
- zéér progressieve buiging;
- wel lekker lang, maar niet zo lang dat het een slappe dweil wordt, laten we zeggen 3,30 meter;
- lekker veel massa zodat de hengel lekker zacht wordt en dus lekker zwiept door zijn eigen gewicht, een glashengel.
Uiteraard afgebouwd met genoeg ogen, laten we zeggen op een lengte van 3,30 meter 10 ogen, je hoeft ook niet te overdrijven.
Nu kunnen we lekker dun vissen wat als voordeel heeft dat we het aas zeer natuulijk kunnen aanbieden en dat we door die dunne lijn lekker ver kunnen gooien.
Omdat de hengel eigen massa heeft, wordt een licht aasje toch genoeg energie meegegeven om het relatief ver te kunnen verplaatsen. Hierdoor kunnen we verder van de vissen wegblijven.
Jan Schreiner begreep dit in de zeventig en tachtiger jaren héél goed. Het werd alleen vaak niet begrepen door mensen die niet verder dan hun neus lang was nadachten. Lekker simpel denken, een hengel moet zo licht mogelijk zijn, niet dus.
Ik ben in bezit van Fair Play Winston Special Light. 3,30 meter en geschikt voor lijnen tussen de 18/00 en 22/00. Wat deze hengel bezit om licht te vissen vind je in geen enkele moderne hengel. Ik heb vroeger met een Hardy glashengel met een testcurve van ongeveer 1,5 lbs drijvend gevist. Deze was zelfs nog te hard hiervoor.
Je kunt het van me aannemen of niet, maar denk er toch maar eens goed over na.
Met (niet over)drijvende groet,
Raym
nd
De dwaas spreekt, de laffe zwijgt en de wijze luistert...