29-04-2005 14:17
De bron is van Nand Sibbing, het komt uit zijn proefschrift " Foodhandling and mastication in the Carp".
Ik heb hier een artikel over geplaatst op mijn site hier een deel eruit.
voedselopname: zoeken, vinden, opname, selectie door proeven en reinigen.
De niet verteerbare en/of niet smakende delen worden weer uitgespuwd of verlaten de bek via de kieuwdeksels.
De voedseldelen worden vastgezet, transport, kauwen en slikken, verteren.
Het verteren gebeurd in de darmen omdat een karper geen maag bezit.
Het palataalorgaan [ verhemelteorgaan ] en het postlinguaal-orgaan [ achtertongorgaan ] bezitten een complex spierkussen met een grote dichtheid aan smaakknopjes en spiervezels.
Het is bezet met welhaast maximale dichtheden aan smaakknopjes, 820/ mm2, dit stijgt ver boven waarden bij andere vissen uit.
Mede door deze enorme dichtheid heeft de karper een groot scheidend vermogen tussen eetbaar en niet eetbaar.
Hier wordt ook het voedsel vastgezet en verder getransporteerd.
Ook speelt de viscositeit, de taaiheid, van het slijm in de bek een rol bij het vasthouden van voedsel.
Ook zijn er in de bek van de karper verschillen in viscositeit van het slijm vastgesteld.
Waarschijnlijk kan door lokale bultvorming het voedsel tussen keeldak en keelbodem vastgezet worden.
Dit is toen niet verder onderzocht maar er zijn wel sterke aanwijzingen gevonden.
Al met al dus een zeer complex geheel.
Denk hier eens aan de volgende keer als je weer een haak moet verwijderen uit dit zeer complexe geheel.
Verderop in de kauwholte wordt het voedsel geplet of gekauwd tussen de keeltanden [ onder ] en de hoornplaat [ boven ] .
Het moment en de snelheid van bek openen , uitzetten van de bovenkaak, opening van de kieuwdekselklep en van de volumeverandering in mond – keel - en kieuwholte bepalen samen het effect van de hoeveelheid materiaal wat wordt opgezogen.
Tot zover, het is dus niet een eigen conclusie maar uit het proefschrift van de hr N. Sibbing.
Douwe
Vissen is een hobby, geen religie!