13-04-2004 13:18
Er is veel veranderd. In enkele decennia tijd, heeft het kiemen van granen, peulvruchten en oliehoudende zaden, enorm aan populariteit gewonnen.
In Duitsland kwam de Voorlichtingsdienst van het ministerie van Voeding, Land- en Bosbouw, in 1994 met een enthousiaste en uiterst leeswaardige brochure over de waarde van kiemen. Het ministerie wijst erop dat kiemen vaak veel hogere gehalten aan vitaminen bevatten dan groenten als kropsla, tomaten en wortelen. Verder schrijft men dat mineralen dankzij het kiemproces makkelijker opneembaar worden voor het menselijk lichaam en dat de eiwit- en verkwaliteit in belangrijke mate wordt verbeterd.
In Amerika zag Paul Burkhoder (Yale Universiteit) in de jaren veertig de gehalten van sommige B vitaminen met honderden procenten toenemen. Vooral bij haver, waar het gehalte aan vitamine B6 met 500 % toenam, dat van panthoteenzuur met 200 % en vitamine B2 zelfs met 1300 %.
Van verschillende soorten bonen geeft de literatuur een verdubbeling tot een verzesvoudiging van het vitamine B12 gehalte aan. Ook het vitamine C gehalte kan beduidend toenemen. Met de aantekening dat de zaden zelf weinig tot geen vitamine C bevatten.
Pleitbezorgers
Ann Wigmore is waarschijnlijk de belangrijkste en invloedrijkste propagandiste van het gebruik van kiemen geweest. Maar er waren andere pleitbezorgers.
De Zwitserse natuurgeneeskundige Alfred Vogel bijvoorbeeld, die in de jaren zestig hoog opgaf over de waarde van ontkiemde tarwe, rogge en gerst. Hij adviseerde deze granen als een probaat tonicum. Ontkiemde granen hadden de mens iets te bieden wat zij "bij menige dure preparaten en tonicums" vergeefs zouden zoeken. "Een versterkend en bloedvormend middel, zoals we niet gemakkelijk voor ons dure geld kunnen kopen". De werking zocht Vogel vooral in de aanwezigheid van het enzym diatase, dat tijdens het kiemproces wordt gevormd en zetmeel omzet in suiker.
Interessant is dat in relatief kleine kring hoog wordt opgegeven over de betekenis van het enzympreparaat vasolastine dat de bloedvaten zou reinigen van aangekoekte vetafzettingen.. Een preparaat dat zijn oorsprong vindt in ontkiemde tarwe.
In het verleden is in Amerika in agrarische kring onderzoek gedaan naar de betekenis van ontkiemde haver bij vruchtbaarheidsstoornissen van koeien en stieren. De simpele aanvulling van kuilvoer met (ontkiemde) haver, verrichtte in sommige gevallen wonderen. In een onderzoek van het "Proefstation voor de Veeteelt" in het Amerikaanse Beltsville, beschreef de onderzoeker de resultaten als verbazingwekkend. "In alle (elf) onderzochte gevallen brachten de koeien die voorheen zes tot veertien maanden vergeefs waren gedekt, opnieuw normale, gezonde kalveren ter wereld. Hetzelfde gebeurde vervolgens bij een tweede groep volledig onvruchtbaar geachte koeien. Zoals ook stieren in alle onderzochte gevallen hun normale vruchtbaarheid herkregen."
De binnen de landbouw welbekende onderzoeker Ehrenfrief Pfeiffer, vertelde in 1951 op een bodemconferentie dat hij er altijd in was geslaagd vruchtbaarheidsstoornissen van stieren op te heffen middels een streng dieet van groene alfalfa, gevolgd door ruime hoeveelheden ontkiemde haver.
Terug naar de menselijke voeding. Ann Wigmore vat alle claims aangaande de waarde van kiemen in 1985 als volgt samen: "We praten over één van de geconcentreerste bronnen van vitamines, mineralen, enzymen en aminozuren (proteine) die er bestaan. Weinig hedendaags voedsel vereist bij de productie zo weinig tijd, energie en kosten, en levert toch zo veel voedingswaarde."
En: "Bij overvloedig gebruik hebben kiemen de eigenschap het lichaam jong te houden door de cellen van hoogwaardige voeding te voorzien en ze te helpen giftige afvalstoffen kwijt te raken."
Een groot gedeelte van dit verhaal is ontleend aan het blad "Vruchtbare Aarde" en mag met bronvermelding voor verdere plubicatie gebruikt worden.
Groet'n Henk..
still growing Old.