spronglaag
-
joris Van der Trappen
- Berichten: 29
- Lid geworden op: 14-07-2002 02:00
ik vroeg me af of er iemand rekering houdt met de spronglaag en hoe dit de vangsten kan beinvloeden
-
Martin Doelman
- Berichten: 823
- Lid geworden op: 07-01-2002 01:00
2 weken geleden zat bij ons de spronglaag op 9 meter diep. Boven deze laag was het water 17 graden, na de spronglaag was het nog maar 10. Onder deze laag was dan ook geen vis meer te vinden. Later in het najaar als de spronglaag weer vermengd wordt en gedeeltelijk of helemaal oplost, dan is het weer de moeite om op die diepte te gaan vissen....
Tijdens mijn duiktochten op de plas geen enkele vis gezien na die 9 meter, terwijl het tot een meter of 6 een drukte van jewelste was met vis... baars, snoek, snoekbaars en zelfs paling.
Groet, Martin
Tijdens mijn duiktochten op de plas geen enkele vis gezien na die 9 meter, terwijl het tot een meter of 6 een drukte van jewelste was met vis... baars, snoek, snoekbaars en zelfs paling.
Groet, Martin
-
Gerrit Ritmeester
- Berichten: 484
- Lid geworden op: 27-12-2001 01:00
- Locatie: Kamerik
- Contacteer:
Martin e.a., hoe kan het dan dat je toch regelmatig hoort dat er midden in de zomer op grote dieptes soms goed wordt gevangen?
groet
gerrit
groet
gerrit
-
jurgen munten
- Berichten: 1159
- Lid geworden op: 25-09-2002 02:00
- Locatie: Eygelshoven
Ik kan me voorstellen dat de vis bij erg hoge temperaturen, als er weinig zuurstof in het water zit, dieper/koeler/zuurstofrijker water opzoekt. Maar ja, vanaf welke temperatuur dit is is moeilijk te zeggen.
groeten,
karperlimbo
groeten,
karperlimbo
-
Martin Doelman
- Berichten: 823
- Lid geworden op: 07-01-2002 01:00
Gerrit,
denk inderdaad dat het dan voornamelijk met de watertemp boven de springlaag te maken heeft. Als dat heel erg warm gaat worden (hoe warm?? geen idee!) zal de vis inderdaad dieper te vangen zijn denk ik omdat het water daar zuurstofrijker is. (In de warme periode 2 weken geleden was de watertemp de eerste 2 meter 25 graden!!!!!
)
Nu hoor ik van veel duikers dat ze nooit karpers zien omdat ze zo schuw zijn. Het zou dus best kunnen zijn dat ze er wel zitten, maar vluchten als er van die luchtflessen aan komen. Hier kan ik dus niet over oordelen. Ik sprak ook meer in algemene zin over allerlei vissen, en niet direct over karper van wat ik aan vissen boven de spronglaag heb gezien. Snoek, Snoekbaars, baars, witvis ed heb ik niet gezien onder de spronglaag.
Martin
PS Nog gevist?
denk inderdaad dat het dan voornamelijk met de watertemp boven de springlaag te maken heeft. Als dat heel erg warm gaat worden (hoe warm?? geen idee!) zal de vis inderdaad dieper te vangen zijn denk ik omdat het water daar zuurstofrijker is. (In de warme periode 2 weken geleden was de watertemp de eerste 2 meter 25 graden!!!!!
)
Nu hoor ik van veel duikers dat ze nooit karpers zien omdat ze zo schuw zijn. Het zou dus best kunnen zijn dat ze er wel zitten, maar vluchten als er van die luchtflessen aan komen. Hier kan ik dus niet over oordelen. Ik sprak ook meer in algemene zin over allerlei vissen, en niet direct over karper van wat ik aan vissen boven de spronglaag heb gezien. Snoek, Snoekbaars, baars, witvis ed heb ik niet gezien onder de spronglaag.
Martin
PS Nog gevist?
-
Klaas van den Herik
- Berichten: 4624
- Lid geworden op: 06-01-2002 01:00
Gerrit,
Spronglaag is niet zo dik. Even bij de OVB geleend:
Wanneer spreken we van diepe wateren?
Grofweg rekenen we een water tot de diepe wateren, wanneer er als gevolg van de grote diepte zogenaamde temperatuurgelaagdheid of -stratificatie en zomerstagnatie optreedt (zie toelichting hierna).
In de praktijk is gebleken dat het wel of niet optreden van temperatuurstratificatie verband houdt met de verhouding diepte-oppervlakte van het viswater. Hoe kleiner het water, hoe ondieper het moet zijn om temperatuurstratificatie te voorkomen. Temperatuurstratificatie treedt in wateren tot circa twee hectare groot op vanaf een diepte van vier meter, in wateren tot honderd hectare vanaf een diepte van zes meter en in grotere wateren bij een diepte groter dan acht meter.
Ook de mate van beschutting van het viswater kan van invloed zijn. Hoe meer beschut het water ligt (bijvoorbeeld door bosaanplant op de oevers), des te groter de kans dat temperatuurstratificatie optreedt.
Wat is temperatuurstratificatie?
Door een snelle opwarming van het water aan de oppervlakte in het voorjaar, ontstaat in het water een warme bovenlaag die ‘drijft’ op een koude onderlaag. Koud water heeft namelijk een hogere dichtheid, en is is dus zwaarder dan warm water. Tussen deze beide lagen vinden we de zogeheten spronglaag.
Een belangrijke eigenschap van de spronglaag is dat hierbinnen de temperatuur relatief snel daalt over een korte verticale afstand. Is de situatie van temperatuurstratificatie eenmaal ontstaan, dan is deze zeer stabiel. Ook harde wind is dan niet in staat -door het ‘roeren’ van het water- de stratificatie te doorbreken.
In ondiep water daarentegen zal een overdag optredend verschil in temperatuur over het algemeen in de loop van de nacht door afkoeling en circulatie weer worden doorbroken.
Spronglaag is niet zo dik. Even bij de OVB geleend:
Wanneer spreken we van diepe wateren?
Grofweg rekenen we een water tot de diepe wateren, wanneer er als gevolg van de grote diepte zogenaamde temperatuurgelaagdheid of -stratificatie en zomerstagnatie optreedt (zie toelichting hierna).
In de praktijk is gebleken dat het wel of niet optreden van temperatuurstratificatie verband houdt met de verhouding diepte-oppervlakte van het viswater. Hoe kleiner het water, hoe ondieper het moet zijn om temperatuurstratificatie te voorkomen. Temperatuurstratificatie treedt in wateren tot circa twee hectare groot op vanaf een diepte van vier meter, in wateren tot honderd hectare vanaf een diepte van zes meter en in grotere wateren bij een diepte groter dan acht meter.
Ook de mate van beschutting van het viswater kan van invloed zijn. Hoe meer beschut het water ligt (bijvoorbeeld door bosaanplant op de oevers), des te groter de kans dat temperatuurstratificatie optreedt.
Wat is temperatuurstratificatie?
Door een snelle opwarming van het water aan de oppervlakte in het voorjaar, ontstaat in het water een warme bovenlaag die ‘drijft’ op een koude onderlaag. Koud water heeft namelijk een hogere dichtheid, en is is dus zwaarder dan warm water. Tussen deze beide lagen vinden we de zogeheten spronglaag.
Een belangrijke eigenschap van de spronglaag is dat hierbinnen de temperatuur relatief snel daalt over een korte verticale afstand. Is de situatie van temperatuurstratificatie eenmaal ontstaan, dan is deze zeer stabiel. Ook harde wind is dan niet in staat -door het ‘roeren’ van het water- de stratificatie te doorbreken.
In ondiep water daarentegen zal een overdag optredend verschil in temperatuur over het algemeen in de loop van de nacht door afkoeling en circulatie weer worden doorbroken.
