thermocline/spronglaag
-
Bjorn LG
Op welke diepte bevind zich de thermocline/spronglaag in de winter? I know, dit hangt af van beschutting, grootte, diepte, temperatuur, windkracht etc. Ik spreek hier over een redelijk beschut wiel, omgeven door een dijk en een klein bosje. De maximale diepte ligt rond de 6 à 7 meter (vrij continue waterstand) en de afmetingen zijn 130 bij 60 (niet bijster groot). Soms zegt men dat er in een wiel geen thermocline/spronglaag kan ontstaan. (info: sportvisserij belangen) Dit linkt men meestal aan de diepte van het wiel. Zou dat bij dit wiel ook 't geval kunnen zijn of is het toch diep genoeg?
-
Marc Schrikkema
- Berichten: 3034
- Lid geworden op: 09-10-2004 16:43
- Locatie: Heerhugowaard
Bjorn,
UIt mijn periode als duiker kan ik me herinneren dat dit niet dezelfde fenomenen zijn, kan natuurlijk dat de uitleg door de duikers anders was.
Een thermocline is een soort paal van koud water, die een aantal meters breed kan zijn. De spronglaag is een laag in het water die een andere temperatuur is, lager, dan de rest van het water.
Een thermocline heeft een bepaalde diepte nodig, uiteraard ben ik de theorie een beetje kwijt en een spronglaag komt in principe voor bij alle wateren.
But correct me if i.m wrong!
Greets Marc
UIt mijn periode als duiker kan ik me herinneren dat dit niet dezelfde fenomenen zijn, kan natuurlijk dat de uitleg door de duikers anders was.
Een thermocline is een soort paal van koud water, die een aantal meters breed kan zijn. De spronglaag is een laag in het water die een andere temperatuur is, lager, dan de rest van het water.
Een thermocline heeft een bepaalde diepte nodig, uiteraard ben ik de theorie een beetje kwijt en een spronglaag komt in principe voor bij alle wateren.
But correct me if i.m wrong!
Greets Marc
Blauw helmen, zijn ook maar mensen ..... af en toe laten ze hun emotie spreken 
-
Douwe Bijlsma
- Berichten: 8217
- Lid geworden op: 01-01-2002 01:00
- Locatie: Leeuwarden
Douwe Bijlsma schreef:Ik mag Henk graag pesten.
Grofweg rekenen we een water tot de diepe wateren, wanneer
er als gevolg van de grote diepte zogenaamde temperatuurgelaagdheid
of -stratificatie en zomerstagnatie optreedt (zie toelichting
hierna).
In de praktijk is gebleken dat het wel of niet optreden van temperatuurstratificatie verband houdt met de verhouding diepte-oppervlakte van het viswater.
Hoe kleiner het water, hoe ondieper het moet zijn om temperatuurstratificatie te voorkomen.
Temperatuurstratificatie treedt in wateren tot circa twee hectare groot op vanaf een diepte van vier meter, in wateren tot twintig hectare vanaf een diepte van zes meter en in grotere wateren bij een diepte groter dan acht meter.
Ook de mate van beschutting van het viswater kan van invloed zijn.
Hoe meer beschut het water ligt (bijvoorbeeld door bosaanplant
op de oevers), des te groter de kans dat temperatuurstratificatie
optreedt.
Wat is temperatuurstratificatie?
Door een snelle opwarming van het water aan de oppervlakte
in het voorjaar, ontstaat in het water een warme bovenlaag die
“drijft” op een koude onderlaag.
Koud water heeft namelijkeen hogere dichtheid, en is is dus zwaarder dan warm water.
Tussen deze beide lagen vinden we de zogeheten spronglaag.
Een belangrijke eigenschap van de spronglaag is dat hierbinnen
de temperatuur relatief snel daalt over een korte verticale
afstand.
Is de situatie van temperatuurstratificatie eenmaal ontstaan, dan is deze zeer stabiel.
Ook harde wind is dan niet in staat -door het “roeren” van het water- de stratificatie te doorbreken.
In ondiep water daarentegen zal een overdag optredend verschil in temperatuur over het algemeen in de loop van de nacht door afkoeling en circulatie weer worden doorbroken.
In het najaar zal de temperatuur van de bovenlaag door afkoeling
dalen tot een waarde die nagenoeg gelijk is aan de temperatuur
van de onderlaag.
Daardoor verdwijnen de dichtheidsverschillen van het water tussen de gescheiden lagen.
Er zal dan, door windwerking of spontaan, weer volledige menging
plaatsvinden.
Dit noemt men de najaarsomkering.
In Nederlandse diepe plassen is overigens nooit sprake van een totale
omkering.
In feite is er bij dit natuurlijke verschijnsel veel meer sprake van een geleidelijke opheffing van de temperatuurgelaagdheid.
http://www.visenwater.nl/pdf/venw_ magazines/V&W2002-1_diep.pdf
Het kan dus al vanaf 4 meter als de put maar klein genoeg is.
Douwe
In de winter dus geen spronglaag.
Douwe
Vissen is een hobby, geen religie!
-
Raymond Tilmans
- Berichten: 518
- Lid geworden op: 31-03-2004 20:22
- Locatie: Fanterland
Nog één klein dingetje toevoegen:
Water heeft de grootste dichtheid bij 4°C. Er kan dus in de winter wel een situatie ontstaan waarbij de bovenlaag bevroren is of rond 0°C schommelt en het water over de bodem een hogere temperatuur heeft. Dus waarschijnlijk rond de 4°C.
Let op, deze omgekeerde situatie wordt niet bedoelt als men praat over de spronglaag die Douwe reeds op perfecte wijze in bovenstaande posting heeft uitgelegd.
Gr.,
Raymond
Water heeft de grootste dichtheid bij 4°C. Er kan dus in de winter wel een situatie ontstaan waarbij de bovenlaag bevroren is of rond 0°C schommelt en het water over de bodem een hogere temperatuur heeft. Dus waarschijnlijk rond de 4°C.
Let op, deze omgekeerde situatie wordt niet bedoelt als men praat over de spronglaag die Douwe reeds op perfecte wijze in bovenstaande posting heeft uitgelegd.
Gr.,
Raymond
De dwaas spreekt, de laffe zwijgt en de wijze luistert...
-
Jeroen houdijk
- Berichten: 682
- Lid geworden op: 11-09-2002 02:00
- Contacteer:
Hoi,
Snel stromend water kan onderkoeld raken omdat er geen ijs kan aangroeien. Dan krijg je dus temperaturen beneden de vier graden, voor de karpervisser geen situatie die men tegen zal komen.
Heeft er wel eens iemand rekening gehouden met kwelwater bij de stekkeuze? Dat kan toch warmer zijn dan de heersende watertemperatuur? Nu de rivieren stijgende zijn zie je op sommige plaatsen de wervelingen aan de oppervlakte komen van buitendijkse wateren.
Jeroen
Snel stromend water kan onderkoeld raken omdat er geen ijs kan aangroeien. Dan krijg je dus temperaturen beneden de vier graden, voor de karpervisser geen situatie die men tegen zal komen.
Heeft er wel eens iemand rekening gehouden met kwelwater bij de stekkeuze? Dat kan toch warmer zijn dan de heersende watertemperatuur? Nu de rivieren stijgende zijn zie je op sommige plaatsen de wervelingen aan de oppervlakte komen van buitendijkse wateren.
Jeroen
-
Kees van der Voorden
- Berichten: 227
- Lid geworden op: 30-10-2004 03:53
Jeroen,
Als ik me niet vergis is de hoofdstroom ongeveer 1/6 van de totaaldiepte van de rivier(tenminste Rex Hunt had het daar een keer over). Dit geldt natuurlijk niet voor de ondiepe stukken, maar zal gelden voor de vaargeul. Onder die diepte zal nog wel wat trek zijn, maar ik denk dat er voor de vis, wanneer nodig, altijd wel een stuk/diepte te vinden is waar ze in de 4 graden kunnen liggen. Ook jachthavens en dergelijke liggen niet in de stroming en zullen ook niet kouder worden.
mvg,
Kees
Als ik me niet vergis is de hoofdstroom ongeveer 1/6 van de totaaldiepte van de rivier(tenminste Rex Hunt had het daar een keer over). Dit geldt natuurlijk niet voor de ondiepe stukken, maar zal gelden voor de vaargeul. Onder die diepte zal nog wel wat trek zijn, maar ik denk dat er voor de vis, wanneer nodig, altijd wel een stuk/diepte te vinden is waar ze in de 4 graden kunnen liggen. Ook jachthavens en dergelijke liggen niet in de stroming en zullen ook niet kouder worden.
mvg,
Kees
