Zou je onderstaande uitspraak kunnen onderbouwen?
"Verder denk ik dat de hair niet te lang moet zijn met korte onderlijnen."
Wanneer we ervan uitgaan dat het haakaas na de inworp in de meeste gevallen op of in ieder geval vlak naast de haak terecht komt lijkt me jouw uitspraak niet juist. Een korte onderlijn (ik heb het hier over het gedeelte lood-haak, dus excl. de hair) zal bij gebruik van een lange hair voor een kleiner gedeelte de bek van de karper ingaan. Wanneer de hair kort gehouden wordt zal een groot deel van de onderlijn bij het opzuigen/naar de keeltanden verplaatsen in de bek verdwijnen waardoor de onderlijn dus eerder strak loopt.
Over de stand bij het azen kan ik alleen oordelen over niet-dressuur situaties. Ik ben ooit in de gelukkige situatie terecht gekomen waarin ik een karper in ondiep water, kort onder de kant op mijn (snel aangelegde) MAIS-voerplek heb kunnen haken. De karper aasde hierbij (op vlakke bodem) zo rechtstandig als de diepte toeliet. Telkens wanneer er zo'n 20 a 25 mailkorrels opgezogen waren, veranderde hij zn positie naar horizontaal (waarschijnlijk om de korrels beter naar de keeltanden te kunnen verplaatsen / beter te kunnen vermalen) en bleef telkens ongeveer 2 minuten in deze positie hangen, ondertussen bezig het ongezogen aas te vermalen.
Door het zeer compacte voeren (van zeer korte afstand (+/- 2 m) ) bleek de onderlijnlengte van 18 cm in dit geval veel te lang. De karper begon ongestoord op de kleine voerplek te azen en nam hierbij ook het haakaas (ik had mijn rig midden op de voerplek gedoponeerd). Vervolgens werden nog zo'n 10 korrels opgepikt waarna de karper (zoals gezegd) een horizontale positie aannam. Op het eerste moment gebeurde er niets, waaruit ik kan concluderen dat de onderlijn sowieso te lang is geweest om de haak te laten prikken. Ook geloof dat deze te lang is geweest om de haak ook maar te laten schuiven ik de bek. Het uitspuwen (tezamen met zo'n 20 andere korrels!!) gebeurde namelijk pas na zo'n 30 seconden.
Natuurlijk is dit geen allerdaagse situatie. Het voer ligt normaal gesproken, dus bij een grotere voerafstand en waterdiepte veel meer verspreid waardoor de karper tussentijds moet zwemmen en niet stil blijft liggen. Ik denk dan ook dat de onderlijn in veel andere denkbare gevallen de juiste lengte heeft gehad.
Ik heb de karper in een tweede poging wel kunnen vangen. Ik heb hierbij wel het haakaas een meter verplaatst (ooit s ergens gelezen dat een karper(en alle aanwezige soortgenoten!!) een al eens opgenomen aas niet voor de tweede keer opzuigt).
Over het water: Het ging om een maagdelijke verboden
![:grin:](./images/smilies/icon_biggrin.gif)
Toch nog iets over dressuur, (waar ik je verder weinig vernieuwends over kan vertellen). Best wel OFF TOPIC maar geloof niet in die verhaaltjes dat een maagdelijke karper niet, of in mindere mate schrikt van gespannen lijnen door het water. Ik heb ooit tijdens een voorjaarssessie op een ondiep gedeelte van hetzelfde water, zo'n beetje de halve karperpopulatie op hol zien slaan op het moment dat een karper door een lijn zwom en op de vlucht sloeg.
![:mad:](./images/smilies/icon_mad.gif)
Ik ben benieuwd of jullie ooit soorgelijke situatie meegemaakt hebben.
groeten,
Hugo