Marc,
Kun je jouw vraag eens verder toe lichten. Je geeft mijn inziens namelijk bij je vraag al zelf de antwoorden.
Diepte verschillen kunnen van invloed zijn, natuurlijk aasaanbod, waterplanten, oppervlakte, vis uitzetting, in verbinding met andere wateren (natuurlijke doorstroming of geforceerd zoals een gemaal), paai mogelijkheden enz enz.
Hoe ouder een water hoe meer kans.
Hoe kun je dit nu zien als je iets op het oog hebt ? Of hoe kom je het te weten. Door daadwerkelijk te gaan kijken zou een simpel antwoord kunnen zijn. En eigenlijk is het ook zo simpel.
Ik zal 2 voorbeelden geven.
Het lage bergsche bos in Rotterdam was 30 jaren geleden een vuilnis stort. (de zogenaamde skiheuvel is eigenlijk 1 berg vuil waarover grond gestort is) Van deze vuilnis stort is een recreatie park gemaakt met diverse meertjes welke allen met elkaar in verbinding staan. Tijdens de aanleg is ht water vol gestort met karper. Als je er nu gaat kijken dan staat er geen enkele water lelie en is de waterkleur zwaar troebel. Er zitten leuke beschoeingen en veel overhangende bomen maar als je goed kijkt ziet het er allemaal toch een beetje ongezond uit. (zeer veel rottende bladeren op de bodem). Desondanks herbergt dit water een behoorlijk potentieel aan zware karper en dit is overigens bij iedere karper visser in Rotterdam en omgeving bekend. Welke kenmerken heeft dit water nu precies.
1) Het is oud ca. 30 jaar
2) Het is kunstmatig bezet met karper
3) Heeft een aardige oppervlaktes
4) Per dag worden de karpers gevoerd door de talrijk aanwezige vissers
5) Natuurlijk aas aanbod door de miljoenen muggelarven welke in de rottende bladerbodem (overigens niet overal) een prima overlevingsplaats hebben.
6) groeit er wier ? Neen
7) staan er waterlelies ? Neen
redelijk varierende diepte (alhoewel door inklinken en baggerbodem de diepte gedurende de jaren wel afgenomen is)
Voorbeeld 2
Een paar 100 meter verderop stroomt de rotte en als je iets verder rijdt kom je op de rottermeren. Hier heb je uitgebreide rietvelden, veel meer variatie in diepte, is nog ouder water en heeft een natuurlijke doorstroming. Water is ook troebel maar door de natuurlijke doorstroming wel "gezonder". De rotte en rottemeren herbergen een AANZIENLIJK potentieel aan zware karper.
Welke kenmerken heeft dit water
1) het is oud (heel oud)
2) door verschillende dieptes natuurlijke paaigronden
3) Veel natuurlijk voedsel (rottemeren hadden een behoorlijke baggerbodem)
4) hier en daar een gemaal
5) groeit er wier ? Zo ver ik weet niet
6) staan er waterlelies ? zo ver ik weet niet
Het typische is dat jaren geleden het bergsche bos echt maar dan ook echt afgeladen was met vissers en dat je op de rotte(meren) een kanon af kon schieten en je alleen maar zeilboten raakte. Men deed elkaar dus eigenlijk maar na. He een karpertentje. Eens kijken of hij wat gevangen heeft en ja hoor binnen een paar maanden zat het vol. (ze kwamen zelfs uit Engeland ) Tegenwoordig zijn de rotte(meren) "ontdekt" als karperwater.
Maar hoe kun je nu ontdekken dat beide wateren potentieel zware karper bevatten ?
Eigenlijk heel lastig. Bergsche bos is aangelegt en heeft karper uitzetting gekend. Hoe kom je hier achter. Tja doordat ik hier in de buurt ben op gegroeid maar ook door te gaan kijken op warme zomeravonden (springende en rollende karper)
De rotte is niet aangelegt en zeer oud. Kent zover ik weet geen karper uitzettingen. Hoe kom je er nu achter dat de rotte zware karper herbergt ? Eigenlijk ook weer door te gaan kijken. Ook weer op warme zomeravonden en dan met name in de ondiepere hoeken (rietvelden).
Geen van beide wateren zien er voor bv een penvisser echt aantrekkelijk uit (alhoewel het bergsche bos toch wel heel mooie pen plekkies heeft) . (Rottemeren heeft hier en daar wel leuke pen plekkies) Er zijn geen wiervelden. Geen waterlelies. Wel zijn het duidelijk 2 verschillende wateren. De 1 is aangelegt de ander is natuurlijk.
Wat zijn nu de gemeenschappelijke kenmerken. Ouderdom, verschillende dieptes, natuurlijk aasaanbod (trek eens met een oud schepnetje een laagje modder van de bodem en kijk wat je er in aantreft), allebei troebel water. En verder ? Ik zou het niet weten. Wel weet ik dat op water waar karperuitzetting geweest is en welke oud zijn de kansen op meerdere zware exemplaren groot is en ook weet ik dat aanzienlijke hoeveelheden brasem de groei van karper belemmeren maar hoe je hier allemaal achter komt Tja ik kan niet anders stellen dan door te onderzoeken.
PS
Nogmaals nog bekritiseer ik nog val ik aan. Ik geef alleen weer wat ik weet en hoe ik tegen vissen aankijk. Er is geen ideale aanpak en er is geen ideaal water. Er is geen ideaal weer en er is geen ideaal aas.
In mijn optiek is juist het onderzoeken en experimenteren de saus over het vissen. Hiermee wil ik dus iet zeggen dat jij niet wil experimenteren of wilt onderzoeken maar wel dat je vraag naar mijn idee niet te beantwoorden is met vaste kenmerken. Er zijn gewoon te veel variabelen. Maar op zijn minst zijn er wel een paar variabelen zoals ouderdom, verschillende dieptes, natuurlijk aas. De kansen zijn dan in ieder geval wel groter.