ik zat te lezen in het boek Breda 750 jaar. Reuze interessant, niet op de laatste plaats omdat er vrij veel over de waterloop van vroeger in staat vermeld.
Ik las daar dat vroeger er ook eb en vloed waren, dus in de singels, maar ook in de rivieren erom heen, bij de kademuren enzovoorts.
Het verschil in eb en vloed was op sommige plaatsen meer dan 60 cm.
En ineens kreeg ik de volgende brainstormgedachte: welke invloed heeft het eb en vloed gehad op de tijd waarop vissen gaan azen?
Nu ben ik geen zeevisser, ik heb het maar enkele keren gedaan, maar de invloed van eb en vloed, opkomend tij enzo zijn wel bekend.
Ok tot zover alles nog redelijk ''normaal''. Nu komt het.
Door allerlei sluizen, dammen en weet ik weel, heb je in Breda (maar bijna overal achter sluizen), GEEN eb en vloed meer.
Dus je zou zeggen, dan heeft het ook geen invloed meer op het aasgedrag. Maar is dat wel zo?
Zou het zo kunnen zijn dat in het oerinstinct van een bijvoorbeeld karper er nog steeds iets is, waardoor de karper op gezette tijden gaat azen? Zoja, heeft dit dan met de getijden te maken?
Of zou na al die jaren dit aasgedrag in de verhouding tot eb en vloed helemaal verdwenen zijn?
Nouja, het schoot ineens door mijn hoofd, en ben benieuwd hoe jullie hierover denken. Nu ik er over denk kan dit wel eens een heel erg moeilijk wetenschappelijk onderzoek benodigd thema zijn, maar goed.
![:-)](./images/smilies/icon_smile.gif)
De stelling is:
Ondanks de verdwenen eb en vloed door sluizen ed, heeft het getij toch nog steeds invloed op het aasgedrag van een karper.