Daarna is het risico op sterven aanmerkelijk kleiner.
Nog voor het opstarten van het project (1999) ving ik ook wel eens een kleine spiegelkarper op het boezemwater. Vooral met de pen (toen kon ik nog vissen) en met zoete mais. Het kleinste beestje was rond de 3 pond en met absolute zekerheid een product van natuurlijke voortplanting. Dit soort visjes was ogenschijnlijk echter nog zeldzamer dan een dertigponder.
De redenen om spiegelkarpers uit te zetten waren o.a. (een greep uit de argumenten):
- Diversiteit aanbrengen in het verschijningstype (schub/spiegel). Vanwege de 'zeldzaamheid' van de spiegelkarpers was de vraag naar deze verschijningsvorm onder karpervissers groot;
- Als gevolg van incidentele natuurlijke voortplanting realiseren dat de kans op aanwas van spiegelkarpers groter zal zijn dan voorheen.
Hierdoor is de populatie voor langere tijd gewaarborgd van spiegelkarpers. Na meerdere generaties karper zal de spiegelkarper echter toch verdwijnen als gevolg van 'terugvallen' naar de oervorm (schub). Derhalve is een reguliere onderhoudsdosis spiegelkarper noodzakelijk;
- De kans op het doorgroeien van deze (edel)spiegelkarpers naar hogere gewichten is groter dan bij het van nature aanwezige (verwilderde) karperbestand. Beter gezegd, het percentage vissen dat uitgroeit naar hogere gewichten is bij dit ras groter. Te top van de pyramide is breder.
Ook bij succesvolle voortplanting kan dit leiden tot nakomelingen die een grotere groeipotentie hebben (ook al zijn de nakomelingen schubkarpers). Karpervissers vangen nu eenmaal ook graag grote karpers;
- Spiegelkarpers zijn individueel te monitoren vanwege hun uniek beschubbingspatroon;
- Etc.
Het gegeven dat natuurlijke aanwas van spiegelkarpers op termijn een 'probleem' (of beter gezegd: uitdaging) wordt voor de projecten met volledige monitoring is evident.
Aan de andere kant kun je aan de hand van de terugvangsten - mits je deze ook gaat archiveren - wel een inschatting maken over bijv.:
- De snelheid waarmee de natuurlijke aanwas van spiegelkarpers plaatsvindt.
- Wat voor invloed heeft natuurlijke voortplanting op het genotype (beschubbing, model)?
- Wat is de groeisnelheid van natuurlijke aanwas?
- Etc, etc.
Zit ik hier verdorie - tegen mijn gevoel in - te pleiten voor volledige monitoring. Waar ben ik in hemelsnaam mee bezig?
Roelof
