De Favoriete Rig Van... Pieter de Jongh

[Bart van den Hurk]

Volume , denk dat je daar helemaal gelijk in hebt, nog helemaal niet aan gedacht! Ben dan ook geen penvisser van huis uit

Douwe, de formules zijn er wel, heb ze ook gehad, maar een van de dingen die ver weg gestopt zit na 4 jaar andere studie. Maar wat Aart zegt zal de invloed van de lijn het grootst zijn. Neem voor het gemak maar een soortelijk gewicht van water van 1000 gram per 1000 ml (cm3))

Oppervlakte van de cirkel van 25 honderdste lijn (diameter van de cirkel 0,025cm), pi x r kwadraat maal de lengte van de lijn (in cm) is het volume van de lijn, gelijk aan de opwaardse kracht op de lijn. Dit omdat het is in cm3 dus gelijk aan grammen.

(3,14 x (0,0125 x 0,0125)) x 100 cm = volume per meter = 0,05 cm3 per meter lijn = 0,05 gram opwaardse kracht per meter lijn. Op 10 meter water zal er dus een halve gram meer gewicht aan moeten om het pennetje hetzelfde uit te loden, ervanuitgaande dat de nylon een soortelijk gewicht heeft gelijk aan water.

'T is maar dat je het weet, of je er wat aan hebt is een ander verhaal. Maar vanuit het witvissen weet ik nog wel dat ik mijn pennetje thuis perfect uitloodde en dat er aan de waterkant vaak nog net wat lood bij moest.

Temperatuurverschillen nog niet meegerekend (maar effect zal niet heel groot zijn, Aart geheel gelijk!

[Douwe Bijlsma]

Bart, eerlijk is eerlijk jij neemt een lijn, wat overigens een cilindervorm is en geen cirkel, als voorbeeld doe ik iets anders, want het ging over lood wat al dan niet lichter in het water wordt.

Ik neem een kopje:

Waarom blijft een stenen kopje drijven, wanneer je het met de opening naar boven in het water zet, maar niet wanneer je het op zijn zijkant in het water zet zodat het vol met water loopt?
Er zijn twee krachten die op het kopje werken:

1. De zwaartekracht trekt het kopje naar beneden. De grootte hiervan wordt bepaald door de massa (het gewicht) van het kopje.

2. De opwaartse kracht van het water op het kopje naar boven.

De grootte hiervan wordt bepaald door de hoeveelheid verplaatste water en is gelijk aan het gewicht van het verplaatste water.
Het kopje zal zo diep in het water gaan totdat er zoveel water verplaatst wordt dat de opwaartse kracht in evenwicht is met de zwaartekracht.
Dan is er evenwicht tussen de kracht omlaag en omhoog en blijft het kopje drijven.
Omdat er zoveel lucht in het kopje zit kan er zoveel water verplaatst worden dat het gewicht van het verplaatste water even groot kan worden als het gewicht van het kopje, want het steen van het kopje is maar een klein gedeelte van het totale verplaatste water.
Met de opening naar de zijkant echter loopt het kopje vol water.
Dan is er dus geen lucht en is het volume van het verplaatste water gelijk aan het volume van het steen, dus het gewicht van het kopje groter dan het verplaatste water en zinkt het kopje.

Ditzelfde geldt ook voor een cruiseschip.
Zolang het maar mooi recht blijft liggen zal het veel lucht bevatten en zover in het water zakken dat de opwaartse kracht evengroot wordt als de zwaartekracht en dan blijven drijven.

Vandaar dat de kopjes en schotels bij een gezonken schip netjes op de bodem liggen en niet ergens zweven, ook niet als dat schip op honderden meters diep water ligt.

Lood bevat ook geen lucht of ben ik nu gek?

Ik stop er nu mee, meer heb ik niet te bieden.

Hartelijke groeten, Douwe

[Bart Smol]

zo zie je maar dat vissen op school ook een apart vak moet worden in plaats van wiskunde - Viskunde

[Bart van den Hurk]

Douwe wat je schrijft klopt helemaal, wat ik schrijf klopt ook, kwestie van lezen.

De inhoud van een cilinder is de oppervlakte van de bodemcirkel maal de hoogte, dus precies wat er staat.

We hadden het inderdaad over lood. De dichtheid van materiaal verschilt afhankelijk van de temperatuur, de moleculen (Scheikunde, ook weer een vak voor Viskunde Bart ) in een materiaal gaan naarmate de temperatuur stijgt sneller bewegen en is er tussen deze moleculen dus meer ruimte nodige, ze stoten elkaar af. Door die ruimte wordt het soortlijk gewicht dus kleiner. Dus hoe kouder het water, des te groter het soortelijk gewicht (omgekeerde versie), ofterwijl des te zwaarder is de massa die verplaatst wordt met hetzelfde volume. Maar zoals ik al zei is heeft dit effect op het lood, alleen zal dit zeer gering zijn. Want die watertemperatuur is vaak diepte afhankelijk als je over grote verschillen praat.

Maar als je er dus over nadenkt heeft de lijn het grootste effect op het geheel. Nu hou ik ook op, ben niet voor niet Economie gaan studeren!